Spelling T2L5: Ik, jij of wij

fluister
fluistert
fluisteren
Ik
Het meisje
Wij
1 / 14
suivant
Slide 1: Question de remorquage
NederlandsLager onderwijs

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

fluister
fluistert
fluisteren
Ik
Het meisje
Wij

Slide 1 - Question de remorquage

werk
werkt
werken
Ik
Meester Kris
Wij

Slide 2 - Question de remorquage

kleur
kleurt
kleuren
voel
voelt
voelen

Slide 3 - Question de remorquage

Wat is de stam van het werkwoord:
tekenen?
A
tekent
B
tekenen
C
teken
D
tekken

Slide 4 - Quiz

Wat is de stam van het werkwoord:
bouwen?
A
bouw
B
bouwt
C
bouwen
D
bouwde

Slide 5 - Quiz

Wat is de stam van het werkwoord:
luisteren?
A
luisteren
B
luister
C
luistert
D
hoor

Slide 6 - Quiz

Ik .................. (krijgen) een cadeautje.
A
krijgt
B
krijg
C
krijgen

Slide 7 - Quiz

Wij ................................. (antwoorden) op die moeilijke vraag van meester Kris.
A
antwoorden
B
antwoord
C
antwoordt

Slide 8 - Quiz

Amar............................. (gooien) de bal in de ring.
A
gooi
B
gooien
C
gooit

Slide 9 - Quiz

Ik .................................. (toveren) een konijn uit mijn hoed.
A
tover
B
tovert
C
toveren

Slide 10 - Quiz

Yousra en Jeevikha ............................ (kleuren) een mooie tekening in.
A
kleur
B
kleurt
C
kleuren

Slide 11 - Quiz

Hij ........................... (worden) daar heel blij van.
A
word
B
wordt
C
worden

Slide 12 - Quiz

Morell en Youssef......................... (fietsen) naar school.
A
fiets
B
fietst
C
fietsen

Slide 13 - Quiz

Ik kan werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage