weektaak 5

uitleg weektaak 5
Je benoemt zin 1  en 2 taalkundig. 

Je benoemt zin 2 redekundig. 

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

uitleg weektaak 5
Je benoemt zin 1  en 2 taalkundig. 

Je benoemt zin 2 redekundig. 

Slide 1 - Diapositive

Benoem de zin taalkundig:
Is dat iets tussen jou en hem.
Wat is Is?
A
ww
B
zww
C
pv
D
www

Slide 2 - Quiz

dat?
A
avw
B
psv
C
bw
D
vz

Slide 3 - Quiz

iets
A
bw
B
ovw
C
vz

Slide 4 - Quiz

tussen?
A
vz
B
lw
C
psv
D
bw

Slide 5 - Quiz

jou?
A
bzv
B
psv

Slide 6 - Quiz

en?
A
vw
B
vz
C
lw

Slide 7 - Quiz

hem?
A
bzv
B
psv
C
ovw

Slide 8 - Quiz

Dat zou je me nooit vertellen.
Dat?
A
vw
B
avw
C
bw
D
vz

Slide 9 - Quiz

zou?
A
ww
B
www
C
hww
D
zww

Slide 10 - Quiz

je?
A
psv
B
bzv
C
wkv

Slide 11 - Quiz

me?
A
bzv
B
psv
C
bw

Slide 12 - Quiz

nooit
A
bw
B
ovw
C
vz

Slide 13 - Quiz

vertellen
A
ww
B
hww
C
kww
D
zww

Slide 14 - Quiz

Ontleed de volgende zin redekundig.

Wie zet zijn schaats over de streep voordat een ander dat doet?
Is de zin enkelvoudig of samengesteld





A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 15 - Quiz

Benoem de pv's in de zin.
A
zijn/ doet
B
zet/zijn
C
zet/doet

Slide 16 - Quiz

Met welke structuur heb je te maken?
A
hoofdzin/hoofdzin
B
hoofdzijn/bijzin

Slide 17 - Quiz

We ontleden de hoofdzin: het eerste deel. Wat is het ow?
A
zijn schaats
B
wie
C
over de streep

Slide 18 - Quiz

Wat is het gezegde?
A
zet
B
zet over
C
zet zijn

Slide 19 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?
A
schaats
B
zijn schaats
C
wie
D
over de streep

Slide 20 - Quiz

Zit er een bwb in?
A
nee
B
ja, nl. over de streep

Slide 21 - Quiz

Hoe benoem je de bijzin: voordat een ander dat doet?
A
lvw -zin
B
bwb-zin

Slide 22 - Quiz

Tot slot
Dit waren de laatste oefenzinnen in een lange reeks grammatica. Je hebt nu alle grammatica voor klas 2 gehad. Als je nog moeite hebt met bepaalde zinsdelen uit het redekundig ontleden of bepaalde dingen uit het taalkundig ontleden, dan voeg ik in de volgende dia's nog een aantal pagina's toe waarop je kunt oefenen. 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Lien

Slide 25 - Lien