Straf

Par. E


Straf


1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Par. E


Straf


Slide 1 - Diapositive

Waarden en normen
Normen zijn ongeschreven regels, bijvoorbeeld fatsoensregels

Wetten zijn geschreven regels:  - door overheid vastgesteld
                                                                   - gelden voor iedereen

Slide 2 - Diapositive

Criminaliteit is gedrag dat door de wet strafbaar is gesteld
Wet overtreden
Geen rekening houden met anderen

Slide 3 - Diapositive

Je koopt een gestolen fiets.
A
Strafbaar
B
Niet strafbaar

Slide 4 - Quiz

Een jongen van 18 drinkt elke dag 10 biertjes
A
Strafbaar
B
Niet strafbaar

Slide 5 - Quiz

Een film downloaden zonder te betalen
A
Strafbaar
B
Niet strafbaar

Slide 6 - Quiz

Je fietst naar school en hebt je ID-kaart niet bij je
A
Strafbaar
B
Niet strafbaar

Slide 7 - Quiz

Strafbare feiten
Overtredingen

Strafbare feiten die minder erg zijn

Vervelend, gevaarlijk

--> Boete en/of taakstraf
Misdrijven

Ernstige strafbare feiten


Slachtoffers

--> Boete + straf
 --> Strafblad

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Rijden onder invloed
Inbraak / diefstal

MISDRIJF

Slide 10 - Diapositive

Overtreding
Schoolverzuim
Geen autogordel
Bellen op de fiets
Openbare dronkenschap
Boete en/of een taakstraf

Slide 11 - Diapositive

Misdrijf of overtreding?
Fiets stelen
A
Misdrijf
B
Overtreding

Slide 12 - Quiz

Misdrijf of overtreding?
Door rood rijden
A
Misdrijf
B
Overtreding

Slide 13 - Quiz

Overtreding
Misdrijf
Je neemt een zak snoep mee bij de kruitvat zonder te betalen
Je rijdt 60 op een weg waar 50 toegestaan is
Je bent betrokken bij een overval op een snackbar 
Je gooit je afval naast de prullenbak
Je probeert in te breken in een huis maar het mislukt. De politie ziet je.

Slide 14 - Question de remorquage

Alle misdrijven komen op je strafblad.
A
Waar
B
Niet waar
C
Alleen als je de gevangenis in moet.
D
Alleen taakstraffen en gevangenisstraffen.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

Doelen van straf
1. Wraak en vergelding
2. Afschrikking van de dader en anderen
3. Beschermen samenleving
4. Voorkomen eigenrichting
5. Heropvoeden van de dader (resocialisatie)

Slide 18 - Diapositive

Mensen in Kerkrade zijn in opstand gekomen tegen een kortgeleden vrijgekomen pedofiel. Ze hebben aanstootgevende posters met zijn foto verspreid en op meerdere plaatsen in de stad opgehangen. De man heeft aangifte gedaan.

Welk doel van straffen heeft in dit geval niet gewerkt?
A
Heropvoeding
B
Afschrikken van de dader
C
Beschermen van de samenleving
D
Voorkomen van eigenrichting

Slide 19 - Quiz

Een 31-jarige man die een 17-jarige fietster vanuit de auto een klap op haar billen gaf, is schuldig aan aanranding. De rechter legde hem een voorwaardelijke straf op van 20 uur. De verdachte zag de klap op de billen als een geintje, waar hij nu spijt van heeft.

Met welk doel is deze straf gegeven?
A
Heropvoeden van de dader
B
Beschermen van de samenleving
C
Wraak en vergelding
D
Afschrikken van de dader

Slide 20 - Quiz

Helpt straf wel?
Ongeveer de helft van ex-gevangenen pleegt binnen 2 jaar weer een misdrijf.

In gevangenis andere waarden en normen: ze worden juist asocialer

Samenleving accepteert criminelen niet, moeilijk leven oppaken.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo