Knakken met je vingers - tekst

Het knakken van vingers
Oefenen met theorie 
Lezen H1 en H2 - Indeling van een tekst
- Tekstverbanden & Signaalwoorden 
Woordenschat H2 - woordraadstrategieen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het knakken van vingers
Oefenen met theorie 
Lezen H1 en H2 - Indeling van een tekst
- Tekstverbanden & Signaalwoorden 
Woordenschat H2 - woordraadstrategieen

Slide 1 - Diapositive

Ik knak vaak mijn vingers
Ja
Nee

Slide 2 - Sondage

Volgens mij is knakken met de vingers ...
Slecht
Goed
Niet goed en niet slecht
Sowieso een afschuwelijk geluid!

Slide 3 - Sondage

Slide 4 - Vidéo

Waar gaan we op letten?
- Oriënteren op de tekst: plaatje, titel, opvallende woorden
(waar gaat het waarschijnlijk over / wat weet ik al?)
- Indeling van de tekst: inleiding / middenstuk / slot  
- Signaalwoorden en tekstverbanden 
We gaan nu de tekst lezen. 
 Knakken met de vingers, een gevaarlijke gewoonte?

Slide 5 - Diapositive

Theorie: indeling van een tekst

Slide 6 - Diapositive

Toepassen

Slide 7 - Diapositive

Theorie: indeling van een tekst

Slide 8 - Diapositive

timer
2:00
Welke deelonderwerpen zie je?

Slide 9 - Carte mentale

Theorie: indeling van een tekst

Slide 10 - Diapositive

Woordraadstrategieën
  1. Synoniemen: verschillende woorden die ongeveer hetzelfde betekenen (rijwiel - fiets). 
  2. Omschrijving: betekenis wordt in de tekst uitgelegd met een omschrijving. 
  3. Voorbeeld: betekenis wordt met voorbeelden uitgelegd (Met behulp van voertuigen, zoals rijwielen, treinen of auto's, kun je je verplaatsen).  
  4. Tegenstelling: woord met tegengestelde betekenis staat in de tekst (actief - inactief).  
  5. Bekende woorddelen: met herkenbare delen van een woord kun je de betekenis raden (roddelpers). 
  6. Woordenboek: gebruik je alleen als je met bovenstaande strategieën er echt niet uitkomt. 

Slide 11 - Diapositive

Ziektes
Tevreden gevoel
Vervelend
Beweging die je steeds maakt zonder dat je het wilt
In verband brengen met
Voldoening (al.1)
Onaangenaam (al.4)
Associëren met (al. 4)
Aandoeningen (al.5)
Tic (al.6)

Slide 12 - Question de remorquage

Welke vraag
wordt sowieso beantwoord in de tekst?

(er zijn 2 goede antwoorden)
A
Is het knakken van je vingers schadelijk?
B
Knakken meer ouderen dan jongeren hun vingers?
C
Waar kun je je laten behandelen voor het knakken van je vingers?
D
Waarom knakken mensen hun vingers?

Slide 13 - Quiz

In alinea 2 staat ‘De voldoening die je voelt bij het kraken van de vingers, zit dus vooral tussen de oren.’

Welke uitspraak past het beste hierbij?


A
Dat het knakken van je vingers je langzaam gek maakt
B
Dat het knakken van je vingers door een fout in je hersens wordt veroorzaakt
C
Dat je denkt dat het knakken van je vingers een fijn gevoel is
D
Dat je het knakken van je vingers een vervelend geluid vindt

Slide 14 - Quiz


Bertram is gespecialiseerd in de handen (al. 2).
Heeft Bertram van nog meer dingen verstand dan alleen van handen?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Welke zin vat alinea 3
het beste samen?

Knakken met je vingers ...
A
...is een slechte gewoonte.
B
...is gezond.
C
...is niet slecht, maar ook niet goed.
D
...kan leiden tot ontwrichting en artrose.

Slide 16 - Quiz

Wat is het verband tussen
alinea 4 en 5?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
vergelijking
D
doel-middel

Slide 17 - Quiz

Wat is de oorzaak van een triggerfinger?

Slide 18 - Question ouverte

Welk tekstverband herken je aan het signaalwoord 'daardoor' in alinea 5?
A
conclusie
B
oorzaak-gevolg
C
voorbeeld
D
voorwaarde

Slide 19 - Quiz

Wat is het signaalwoord van de conclusie
in deze alinea?

Slide 20 - Question ouverte

Waar kan ik meestal de hoofdgedachte van een tekst vinden?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot
D
In de titel

Slide 21 - Quiz

Probeer zelf eens een hoofdgedachte te formuleren...

(Wat wordt er gezegd over het onderwerp?
Maak daar een zin van! )

Slide 22 - Question ouverte

Welke zin geeft het beste de hoofdgedachte van de tekst weer?
A
Bijna iedereen kent wel iemand die tegen knokkels aanduwt of aan de vingers trekt, om ze te knakken. (al.1)
B
De verlossing die je voelt bij het kraken van de vingers, zit dus vooral tussen de oren. (al. 2)
C
Er zijn enkele gevallen van 'knakkende vingers' die wel tot problemen kunnen leiden. (al. 5)
D
Een beetje zelf knakken met de vingers kan geen kwaad. (al.6)

Slide 23 - Quiz