Lees- en luistervaardigheid in het Engels

Lees- en luistervaardigheid in het Engels
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

Lees- en luistervaardigheid in het Engels

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je effectief lezen en luisteren in het Engels en kun je conjuncties en overgangswoorden gebruiken om je tekst te verbinden.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over lees- en luistervaardigheid in het Engels?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Introductie
Wat is lees- en luistervaardigheid? Waarom zijn ze belangrijk bij het leren van een taal?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanpak van leesvaardigheid
Lees strategieën: oriënterend, zoekend, intensief, studerend, kritisch en globaal. Hoe kies je de juiste strategie?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oriënterend lezen
Als je wil kijken of de tekst interessant of bruikbaar voor je is, lees dan de tekst oriënterend. Dan weet je wat het onderwerp is en waar specifieke informatie in de tekst staat. Je kunt dan bepalen of je verder wil lezen en of de tekst bruikbaar voor je is. Hoe lees je een tekst oriënterend?

Bekijk snel de titel, de tussenkopjes, de bron, de lengte van de tekst;
Bepaal tekstsoort, -doel, bron, leespubliek, structuur, onderwerp en moeilijkheidsgraad;
Lees globaal de inhoudsopgave;
Bekijk de illustraties/tabellen/grafieken;
Bekijk de opmaak van de tekst: welke woorden zijn vetgedrukt, gecursiveerd of onderstreept?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoekend lezen
Wil je antwoorden op vragen of specifieke informatie vinden, lees dan de tekst zoekend. Je leest niet de hele tekst maar je gaat direct op zoek naar de informatie die je nodig hebt. Hoe lees je een tekst zoekend?

Zoek in catalogi en computerbestanden geschikte titels van boeken.
Zoek via inhoudsopgave, register, gidswoorden, trefwoorden de juiste pagina.
Lees nu globaal tot je de juiste informatie hebt gevonden.
Lees nauwkeurig dat gedeelte van de tekst die de informatie bevat die je zoekt.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Globaal lezen
Als je je niet alleen wil oriënteren op een tekst, maar ook wil weten wat de hoofdgedachte en de globale inhoud van de tekst is, lees dan de tekst globaal. Als je de tekst globaal gelezen hebt, weet je ook welk gedeelte van de tekst je eventueel intensief wil lezen. Hoe lees je een tekst globaal?

Lees de inleiding en het slot helemaal.
Lees de eerste en de laatste zin van tussenliggende alinea's;
Bepaal voor iedere alinea de hoofdgedachte.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Intensief lezen
Wil je de gehele tekst of een tekstgedeelte echt begrijpen, de hoofdzaken en bijzaken kunnen onderscheiden en de verbanden tussen paragrafen en/of alinea's begrijpen, lees dan de tekst intensief. Hoe lees je een tekst intensief?


Bepaal per alinea de hoofdgedachte en vervolgens de belangrijkste uitwerking ervan;
Kijk naar de structuur van zinnen en de verbanden tussen zinnen en alinea's;
Zoek de betekenis van moeilijke woorden op of probeer de betekenis ervan af te leiden.
Zoek naar signaalwoorden die het verband tussen de paragrafen/alinea's duidelijk maken;

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Studerend lezen
Wil je een tekst grondig bestuderen ter voorbereiding op een tentamen? Lees dan de tekst studerend.
Hoe lees je een tekst studerend?

Lees de tekst oriënterend (onderwerp) en intensief (deelonderwerpen en eventueel hoofdgedachte);
Maak tentamenvragen;
Maak een samenvatting;
Probeer of je opgestelde vragen kunt beantwoorden;
Lees je samenvatting enkele malen door.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kritisch lezen
Wil je een oordeel vormen over de tekst, en niet zozeer de inhoud en de argumentatie kunnen reproduceren, dan lees je de tekst kritisch. Het gaat er nu om of de tekst volgens jou een al dan niet overtuigende en belangrijke bijdrage vormt aan een wetenschappelijk of maatschappelijk debat. Je kijkt in hoeverre de bron betrouwbaar is en maakt onderscheid tussen feiten en meningen.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor een toets van biologie moet je drie hoofdstukken leren voor de toets.
Welke leesstrategie gebruik je?
A
Zoekend
B
Globaal
C
Intensief
D
Studerend

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wilt een nieuw leesboek uitkiezen,
welke leesstrategie gebruik je?
A
Zoekend
B
Orienterend
C
Intensief
D
Studerend

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je zoekt het antwoord van een vraag op in de leestoets.
Welke leesstrategie gebruik je?
A
Zoekend
B
Orienterend
C
Intensief
D
Studerend

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening leesvaardigheid
Lees de korte tekst en beantwoord de vragen. 
De vragen zijn te vinden in de teams chat!

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanpak van luistervaardigheid
Luisterstrategieën: intensief, gericht, kritisch en globaal. Hoe kun je deze strategieën effectief gebruiken?

 Je kunt bijvoorbeeld globaal luisteren (de grote lijn volgen), intensief luisteren (details ook belangrijk vinden), gericht luisteren (specifieke informatie oppikken), kritisch luisteren (mening vormen). De luisteraar zal zijn strategie afstemmen op de (gesproken) tekstsoort: naar een reclameboodschap luister je anders dan naar een instructie.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening luistervaardigheid
Luister naar de audio en beantwoord de vragen. 
De vragen vind je in de teams chat!

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.