Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Rekenraadsels
Slide 1 - Diapositive
Nieuwe les:
Aantal rekenraadsels om op te lossen.
Kijk goed naar de plaatjes en/of de tekst!
Heel veel succes
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Question ouverte
Hoeveel negens zitten er tussen de 0 en 100?
A
9
B
10
C
19
D
20
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Question ouverte
Hoeveel vierkanten tel je?
Slide 6 - Question ouverte
Hoeveel paarden hebben maar drie benen?
A
3
B
6
C
4
D
5
Slide 7 - Quiz
Welk figuur is anders?
A
Ze zijn allemaal anders
B
D
C
A
D
B
Slide 8 - Quiz
Wat moet op de plek van het vraagteken staan?
A
50
B
77
C
90
D
104
Slide 9 - Quiz
Welk getal staat er op de plek van het vraagteken?
Slide 10 - Diapositive
Wat staat op de plek van het vraagteken?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Wat staat op de plek van het vraagteken?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Wat staat op de plek van het vraagteken?
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Wat staat er op de plek van het vraagteken?
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Wat staat op de plek van het vraagteken?
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
Hoeveel vissen zijn over?
Slide 21 - Question ouverte
Slide 22 - Diapositive
Welke fout is er?
Slide 23 - Question ouverte
Slide 24 - Diapositive
Hoeveel geld heeft de man verloren of verdiend?
Slide 25 - Question ouverte
Slide 26 - Diapositive
Na hoeveel dagen is de slak boven?
Slide 27 - Question ouverte
Twee mensen eten pruimen. Als de een aan de ander twee pruimen zou geven, dan zouden ze er allebei evenveel hebben; als de ander twee pruimen zou geven aan de een, dan zou hij het dubbele hebben. Hoeveel pruimen heeft elke mens?