Les 1: Migratie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Startklaar

         Jas uit, telefoon in Zakkie

         Pen en schrift I&S/JdW-map op tafel

         Start je laptop op en open LessonUp

Welkom bij Individuals & Society

Unit 4: Wereldwijk

Learner Profile: Communicators/Inquirers

ATL: Communication skills/Information literacy skills

Related concepts: Culture

Key concept: Global Interactions

Wereldwijd contact leidt tot overeenkomsten, diversiteit en verbinding tussen culturen in de Haagse Schilderswijk.

Global context: Globalization and sustainability

Schrijf dit op in je schrift / notities

Programma

• Voor- en taalkennis nieuwe thema
• Leerdoelen
• Instructie
• Aan de slag
• Reflectie en leerdoelen check

Overzicht periode 4 (GS)

Week 1	Week 2	Week 3	Week 4	Week 5	Week 6	Week 7
Migratie	Zichtbaar- heid van culturen in de wijk (FA)	Rijke tekst	Data-analyse	Geen les	Data-analyse	Herhalingsweek

Vertaal de concepts en contexts
uit de introductieslide naar het Nederlands of je thuistaal (schrijf op je Cornell-blad)

Leerdoelen

- Je kan noemen welke vier groepen mensen in de Schilderswijk wonen, die in de 20e eeuw naar Nederland zijn gemigreerd.
- Je kan in je eigen woorden uitleggen wat het begrip migratieachtergrond betekent.
- Je kan van twee groepen vertellen wat de reden van

hun migratie was.

 
 

Bewoners Schilderswijk:
Naar migratieachtergrond

Neem op je blad de percentages over en schrijf erachter welke groep je denkt dat erbij hoort. Kies uit:

- Surinaams

- Marokkaans

- Turks

- Indisch

- Antilliaans 

- Syrisch

(N.B. 18% is samen de categorie 'overig')

Key concept: Global Interactions

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Bekijk nu de goede antwoorden en beantwoord de volgende vragen:

- Welke groepen had je goed/fout?

- Is de samenstelling van de bevolking van de Schilderswijk zoals je dacht, of anders? Waarom dacht je dat of wat is er anders?

Schrijf dit op in je schrift / notities

ATL: Communication skills/Information literacy skills

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Welke migratieachtergrond
heeft de grootste groep bewoners van de Schilderswijk?

1. Antilliaans
2. Turks
3. Marokkaans
4. Surinaams

Je bent het begrip 'migratieachtergrond' een aantal keer tegengekomen. Maak zelf een definitie (uitleg) van het begrip en vul hier in:

Migratieachtergrond

Hieronder vind je de officiële definitie van het begrip migratieachtergrond volgens het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek - een instelling die alle feiten en cijfers over Nederland bijhoudt). Vergelijk deze definitie met die van jezelf en pas het eventueel aan (hoeft niet zo uitgebreid als hieronder). Schrijf nu je definitieve, nette, definitie op je Cornell-blad.
Doe het zo: "Migratieachtergrond = .....""

Migratieachtergrond:

Het begrip "migratieachtergrond" wordt gebruikt om te verwijzen naar mensen van wie ten minste één van de ouders in het buitenland is geboren, ongeacht hun eigen geboorteplaats. Een migratieachtergrond verwijst naar de situatie waarin iemand zelf of ten minste één van zijn of haar ouders in een ander land is geboren en/of afkomstig is uit een andere culturele of etnische groep dan de meerderheid van de bevolking in het land waarin ze wonen. Het betekent dat iemand of zijn/haar familie op een bepaald punt in hun leven heeft besloten om hun land van herkomst te verlaten en naar een ander land te verhuizen, hetzij om economische, politieke of persoonlijke redenen.

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Gastarbeiders

Lees eerst de vragen en kijk daarna de video in de volgende slide.

Noteer de volgende vragen voor jezelf en probeer ze tijden het kijken te beantwoorden.

1. Wanneer kwamen gastarbeiders naar Nederland?

2. Uit welke landen kwamen gastarbeiders naar Nederland?

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Wanneer kwamen veel gastarbeiders naar Nederland?

1. begin jaren '50
2. begin jaren '60
3. begin jaren '70
4. begin jaren '90

7. Formatief handelen

De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Uit welke landen kwamen gastarbeiders naar Nederland?

1. Marokko, Turkije, Indonesië, Griekenland, Joegoslavië
2. Marokko, Turkije, Spanje, Italië, Polen
3. Marokko, Turkije, Polen, Roemenië, Joegoslavië
4. Marokko, Turkije, Spanje, Griekenland, Joegoslavië

Persoonlijke reflectie

Beantwoord de volgende vragen op de volgende slides:

1. Heb jij zelf een migratieachtergrond en zo ja op welke manier?

(Bijv. "Ja, mijn vader is in Nederland geboren en mijn moeder in Tunesië", of "Ja, allebei mijn ouders zijn in Marokko geboren"). 

2. Ken jij iemand (in je familie, vrienden of buurt) die als gastarbeider naar Nederland is gekomen. Zo ja, weet je uit welk land en wanneer (en eventueel nog andere dingen)?

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Heb jij zelf een migratieachtergrond en zo ja op welke manier?

Ken jij iemand (in je familie, vrienden of buurt) die als gastarbeider naar Nederland is gekomen. Zo ja, weet je uit welk land en wanneer (en eventueel nog andere dingen)?

Reflectie op leerdoelen

- Welke vier groepen mensen die in de Schilderswijk wonen zijn in de 20e eeuw naar Nederland gemigreerd?

- Wat betekent het begrip migratieachtergrond?

- Waarom migreerden onder andere Marokkanen en Turken vanaf begin jaren '60 naar Nederland?

Schrijf nu een korte samenvatting van deze les op je Cornell-blad, waarin je minstens antwoord geeft op de bovenstaande leervragen.

(Dit is tevens het huiswerk voor volgende week)

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.