H4vtttvd-1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Goedemorgen!

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• Lesboek Nieuw Nederlands
• Laptop
• Schrift 
• Pen

Lesdoel

Je leert over de tegenwoordige, verleden en voltooide tijd

Wat gaan we doen? 

• Lesdoelen
• Instructie Tegenwoordige tijd, verleden tijd en 
  voltooide tijd
• Maken  opdrachten
• Nakijken opdrachten
• Evaluatie les
• Afsluiten

Hoofdstuk 4 - Taalverzorging spelling (blz. 152)

Persoonsvorm (belangrijkste werkwoord van de zin)

in de Tegenwoordige Tijd (TT - Nu)

en in de Verleden Tijd (VT - Toen)

PV TT 

(persoonsvorm tegenwoordige tijd)

ik of jij/je erachter: ik-vorm (loop, fiets, vind)

andere enkelvoud: ik-vorm +t (loopt, fietst, vindt)

meervoud: hele werkwoord (lopen, fietsen, vinden)

lopen / horen (ik loop / hij hoort / jij loopt / hoor jij)

                           (ik vind / hij vindt / jij vindt / hoor jij)

Zwak vs Sterk

Zwakke werkwoorden: Klank blijft gelijk (hoor/hoorde, fiets/fietste)

Sterke werkwoorden: Klank verandert (loop/liep, zwem/zwom)

Zwakke vorm = stam + te(n)/de(n) (fietste(n), hoorde(n))

Sterke vorm = Zo kort mogelijk (vond)

't sexy fokschaap

Niet zeker of je te(n)/de(n) nodig hebt? 

Kijk waar het werkwoord op eindigt zonder -en: 

renn'en / werk'en / fiets'en / verhuiz'en / rad'en

ren-de / werk-te / fiets-te / verhuis-de / raad-de

Aan de slag

Nakijken opdracht 1 t/m 6 vanaf bladzijde 152.

Klaar? Numo - Taken - Werkwoordspelling

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!