Formatieve toets

formatieve toets 
Even checken: wat weet je al van basisstof 1 t/m 3?
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

formatieve toets 
Even checken: wat weet je al van basisstof 1 t/m 3?

Slide 1 - Diapositive

Welke stoffen neemt de plant waar op en hoe?
Huidmondjes
Wortelharen
Koolstofdioxide
Water
Mineralen

Slide 2 - Question de remorquage

De formule van fotosynthese
Wat de plant nodig heeft voor fotosynthese.
Komt vrij na de fotosynthese.
Koolstofdioxide
Water
Glucose
Licht
Zuurstof

Slide 3 - Question de remorquage

Wortel
Wortelstelsel
Wortelharen
Stengel
Vaten
Vaatbundels
zitten aan de uiteinden van de zijwortels
Buisjes in planten om water en voedingsstoffen te vervoeren
Het deel van de plant onder de grond
Alle wortels van een plant samen
Een groepje vaten
Deel van de plant tussen de wortels en de bladeren

Slide 4 - Question de remorquage

Noem twee verbrandingsproducten die ontstaan bij de verbranding in een plant.
A
Water
B
Koolstofdioxide
C
Zuurstof
D
Stikstof

Slide 5 - Quiz

Wat is de fotosynthesereactie?
A
zuurstof+ water--> glucose+ koolstofdioxide
B
zuurstof+glucose--> water+koolstofdioxide
C
water+koolstofdioxide --> zuurstof+glucose
D
zuurstof+koolstofdioxide--> water+glucose

Slide 6 - Quiz

Waar in de wortel worden reservestoffen vooral opgeslagen?
A
In de hoofdwortel
B
In de zijwortels
C
In de wortelharen

Slide 7 - Quiz

De grote bladeren
(nr. 3) zijn groene
bladeren. Wat is juist?
A
Dit is een insectenbloem
B
Dit is een windbloem
C
Dit is een schimmelbloem
D
Dit is een bacteriebloem

Slide 8 - Quiz

zaadlob
blad
wortel

Slide 9 - Question de remorquage

Bouw van een Blad
Bladschijf
Zijnerf
Bladmoes
Bladsteel
Hoofdnerf

Slide 10 - Question de remorquage

's nachts doen planten aan fotosynthese
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
Als het licht is. In de nacht is het niet licht dus geen fotosynthese
Overdag is er wel licht dus wel fotosynthese
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Wie doen er aan verbranding?
A
Alleen dieren
B
Alleen planten
C
Alleen schimmels en bacteriën
D
Alle levende organismen

Slide 12 - Quiz

Sleep hier alles naartoe wat energierijk is
sleep hier alles naartoe wat energiearm is
Zuurstof
Bevat veel energie
Water
Komt overal voor
Koolhydraat
Maakt een autotroof organisme zelf

Slide 13 - Question de remorquage

Wat vervoeren de houtvaten?
A
water en mineralen
B
water en glucose
C
water en zuurstof
D
water

Slide 14 - Quiz

Wat is de stroomrichting van de houtvaten?
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Naar het blad
D
Van het blad af

Slide 15 - Quiz

Wat vervoeren de bastvaten?
A
water en mineralen
B
water en glucose
C
water en zuurstof
D
water

Slide 16 - Quiz

Bastvaten
In welke richting verloopt het transport in bastvaten?

A
Van de bladeren naar de wortels.
B
Van de bladeren naar alle delen van de plant.
C
Van de wortels naar de bladeren
D
Van de wortels naar alle delen van de plant.

Slide 17 - Quiz

wat is een vezel?
A
een dun buisje
B
een dik bastvat
C
dikke celwanden met cellulose en houtstof
D
dikke celwanden

Slide 18 - Quiz

Waar komen bij een kastanjeboom vezels voor?
A
in de bladeren, stengels en wortels
B
in de bladeren en stengels
C
in de wortels
D
alleen in de bladeren

Slide 19 - Quiz

Wat betekent assimilatie
A
Het maken van anorganische stoffen
B
Het afbreken van stoffen
C
Het maken van energierijke stoffen door organismen
D
Het afbreken van organische stoffen waardoor energie vrij komt.

Slide 20 - Quiz

Voor de fotosynthese is water nodig.
Welke andere stof wordt er nog meer gebruikt bij fotosynthese?
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Zuurstof
D
Stikstof

Slide 21 - Quiz

Is deze plant een houtachtige of een kruidachtige plant?
A
Houtachtige plant
B
Kruidachtige plant

Slide 22 - Quiz

zaden zijn een vorm van geslachtelijke voortplanting?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Bij ongeslachtelijke voortplanting heb je twee planten nodig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
wel bevruchting, geen bestuiving
D
geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 25 - Quiz

je ziet
A
bestuiving
B
verspreiding zaden

Slide 26 - Quiz

Wanneer een stuifmeelkorrel op de stamper komt spreken we van...
A
Bevruchting
B
Bestuiving
C
Planten sex
D
Zaadverspreiding

Slide 27 - Quiz

Sommige planten hebben witte bladeren in plaats van groene bladeren. In deze bladeren is geen fotosynthese mogelijk.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

________
vaatbun- del
huidmond-je
weefsel
met
bladgroen
opperhuid

Slide 29 - Question de remorquage


Is de plant in de afbeelding een houtachtige of een kruidachtige plant?
A
Kruidachtige
B
Houtachtige

Slide 30 - Quiz

Vindt in gras fotosynthese plaats?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Welke vaten zitten aan de buitenkant in een vaatbundel?
A
Bastvaten
B
Houtvaten

Slide 32 - Quiz

Wat is de functie van vaatbundels?
A
Transport van water en voedingsstoffen
B
Vaatbundels geven kleur aan de plant
C
Fotosynthese
D
Opslaan van reservevoedsel

Slide 33 - Quiz

Er komen twee soorten vaatbundels voor in een stengel. Hoe heten de vaatbundels die water naar boven vervoeren?
A
Bastvaten
B
Houtvaten

Slide 34 - Quiz

Bladnerven zijn vaatbundels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

In de tekening zie je huidmondjes in verschillende openingstoestanden.
In welke situatie stroomt er meer water door de vaatbundels omhoog?

A
in situatie 1;
B
in situatie 2

Slide 36 - Quiz

Juist
Onjuist
Eiwitten zijn belangrijke bouwstoffen van cellen.
Door assimilatie kan een plant glucose omzetten in vet.
Bij de verbranding in organismen ontstaat water.
In de cellen van een organisme is eiwit meestal de brandstof.
Planten hebben zowel fotosynthese, als verbranding
Water is een energie arme stof

Slide 37 - Question de remorquage

Sleep de juiste functie naar de voedingsstof
Brandstof
Vetten
Bouwstof
Reservestof
Beschermende stof

Slide 38 - Question de remorquage

Sleep de juiste functie naar de voedingsstof
Brandstof
Koolhydraten
Bouwstof
Reservestof
Beschermende stof

Slide 39 - Question de remorquage

Sleep de juiste functie naar de voedingsstof
Brandstof
Eiwitten
Bouwstof
Reservestof
Beschermende stof

Slide 40 - Question de remorquage

Sleep de juiste functie naar de voedingsstof
Brandstof
Vitamines en Mineralen
Bouwstof
Reservestof
Beschermende stof

Slide 41 - Question de remorquage

Welke functie hoort bij welke stof?
Alle voedingsstoffen, deze heb je nodig om bijvoorbeeld nieuwe cellen te maken.
Deze stoffen heb je nodig om gezond te blijven.
Stoffen die energie kunnen leveren.
Stoffen die je lichaam heeft opgeslagen om later te gebruiken.
bescher-mende stof
bouwstof
brandstof
reservestof

Slide 42 - Question de remorquage

Je ziet een lelietje-van-dalen in de afbeelding hiernaast.
Kan het lelietje-van dalen zich ongeslachtelijk voortplanten?
Kan het lelietje-van dalen zich geslachtelijk voortplanten?
A
ja, ongeslachtelijk en ja, geslachtelijk
B
ja, ongeslachtelijk en nee, niet geslachtelijk
C
nee, niet ongeslachtelijk en ja, geslachtelijk
D
nee, niet ongeslachtelijk en nee, niet geslachtelijk

Slide 43 - Quiz

Wat voor type voortplanting
zie je op de foto?
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting,

Slide 44 - Quiz

Kijk nogmaals naar de foto.

Wat voor type
ongeslachtelijke voortplanting is dit?
A
Wortelstokken
B
Enten
C
Uitlopers
D
Bollen

Slide 45 - Quiz

Einde

Slide 46 - Diapositive