Formuleren 1: trappen, samentrekking, congruentie, beknopte bijzin

Welkom
Pak je laptop alvast en zorg dat je startklaar bent.  

                                                    Nederlands vwo 4
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Pak je laptop alvast en zorg dat je startklaar bent.  

                                                    Nederlands vwo 4

Slide 1 - Diapositive

timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Formuleren
  • Ik kan de vergelijkende trap correct gebruiken. 
  • Ik kan een (foutieve) samentrekking herkennen (en verbeteren). 
  • Ik kan een (foutieve) beknopte bijzin herkennen (en verbeteren).
  • Ik kan incongruentie herkennen (en verbeteren).
 

Slide 3 - Diapositive

Wat is goed?
Hij is groter als mij / Hij is groter dan ik/ Hij is groter dan mij 

Hij is het meest groot/ Hij is het grootst

Slide 4 - Diapositive

Wat is goed?
Hij is groter als mij / Hij is groter dan ik/ Hij is groter dan mij 

Hij is het meest groot/ Hij is het grootst

Slide 5 - Diapositive

Vergelijkende trap
  • gelijk = als: 
Hij is net zo oud als ik (ben).
  • vergrotend = dan: 
Hij is ouder dan ik (ben).
  • overtreffend = st(e) erachter: 
Hij is het oudst van allemaal.
  • of: eindigend op st of sch: 
Dat is het meest logische wat ik vandaag hoorde. 



Slide 6 - Diapositive

Samentrekking
Wat is hier uit de zin weggelaten? (samengetrokken)
  • Ik eet regelmatig een portie bitterballen, maar nooit kroketten.
  • Ik hoop dat Willem zijn rijbewijs haalt en dan naar Parijs kan rijden.
  • Kees is geslaagd en Piet gezakt voor het eindexamen.

Slide 7 - Diapositive

Samentrekking

  • Ik eet regelmatig een portie bitterballen, maar ik eet nooit kroketten.
  • Ik hoop dat Willem zijn rijbewijs haalt en ik hoop dat Willem dan naar Parijs kan rijden.
  • Kees is geslaagd voor het eindexamen en Piet gezakt voor het eindexamen.

Slide 8 - Diapositive

Samentrekken mag:
Weglating van gelijke delen
In een samengestelde zin mag je een zinsdeel of een werkwoord dat verschillende keren voorkomt, samentrekken zodat het nog maar één keer voorkomt als het om dezelfde soort zinnen gaat (hoofdzinnen / bijzinnen).

Slide 9 - Diapositive

Regels voor samentrekken

Het weggelaten deel moet aan vier eisen voldoen:
(1) dezelfde grammaticale functie (onderwerp, lijdend voorwerp, koppelwerkwoord enz.);
(2) dezelfde betekenis;
(3) hetzelfde getal (enkelvoud of meervoud);
(4) dezelfde plaats ten opzichte van de persoonsvorm.



Slide 10 - Diapositive

Hoe vind je de fout?
De nieuwe brug is af en daarom vandaag door de minister geopend.

Zoek weggelaten deel: de nieuwe brug is 
Betekenis: Het gaat om dezelfde brug
Getal: beide ev (zowel de nieuwe brug als is)
Gramm.functie: 
'de nieuwe brug' is in beide delen ow
is = kww en is = hww => mag niet samengetrokken worden

Slide 11 - Diapositive

Verbeteren
Fout:
De nieuwe brug is af en daarom vandaag door de minister geopend.
Goed:
De nieuwe brug is af en is daarom vandaag door de minister geopend.  
                                           

Slide 12 - Diapositive

Opdracht
  • H5 P1: maak opdracht 10 en 16
  • Klaar? Neem de theorie door van beknopte bijzin en congruentie
  • Meer oefenen? Boek jaar 3!
timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Wat is een beknopte bijzin?
Eindelijk bij het hotel gearriveerd, vonden wij het nogal tegenvallen.
Toen we eindelijk bij het hotel arriveerden, vonden wij het nogal tegenvallen.

Lopend naar huis, kwam ik erachter dat ik mijn tas vergeten was.
Toen ik naar huis liep, kwam ik erachter dat ik mijn tas vergeten was.

Om vogels te kijken, ging Midas 's middags naar het bos.
Omdat Midas vogels wilde kijken, ging Midas 's middags naar het bos.

Slide 14 - Diapositive

Beknopte bijzin
Heeft zelf geen persoonsvorm, maar wél een werkwoord: 
infinitief, voltooid deelwoord of onvoltooid deelwoord

Neemt het onderwerp van de hoofdzin over (verzwegen onderwerp). Dit kan fout gaan. Dus check:
1. Wat is het onderwerp van de hoofdzin?
2. Wat is het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin?
3. Zijn ze gelijk? Zo nee, dan verbeter je de beknopte bijzin door een juist onderwerp erin te plaatsen. 

Slide 15 - Diapositive

Beknopte bijzin verbeteren
|Eindelijk bij het hotel gearriveerd|, bleek het het nogal tegenvallen. x
Toen we eindelijk bij het hotel arriveerden, vonden wij het nogal tegenvallen.

|Lopend naar huis|, kwam ik erachter dat ik mijn tas vergeten was.
Toen ik naar huis liep, kwam ik erachter dat ik mijn tas vergeten was.

|Om vogels te kijken|, ging Midas 's middags naar het bos.
Omdat Midas vogels wilde kijken, ging Midas 's middags naar het bos.

Slide 16 - Diapositive

Opdracht
  • H5 P1: maak opdracht 17 en 18
  • Klaar? Neem de theorie door van congruentie en beknopte bijzin
  • Meer oefenen? Boek jaar 3! 
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

Incongruentie
Onderwerp en persoonsvorm moeten hetzelfde getal hebben: enkelvoud of meervoud. Dit kan fout gaan, vaak hierdoor:
  • Het onderwerp is meervoud, maar wordt voor enkelvoud aangezien;
  • Het onderwerp (ow) lijkt meervoud, maar is enkelvoud, omdat de kern enkelvoud is;
  • De persoonsvorm en het onderwerp staan ver uit elkaar en daartussen staan andere zinsdelen met een ander getal dan het onderwerp;
  • Het meewerkend voorwerp wordt ten onrechte voor het onderwerp aangezien.



Slide 18 - Diapositive

Goed of fout?
De media schrijft regelmatig over dit beroemde koppel.

Een aantal leerlingen lopen alvast naar het lokaal.

De reizigers wordt gevraagd om over te stappen naar een andere trein. 

Slide 19 - Diapositive

Goed of fout?
De media schrijft regelmatig over dit beroemde koppel. x
De media schrijven

Een aantal leerlingen lopen alvast naar het lokaal. x
Een aantal leerlingen loopt

De reizigers wordt gevraagd om over te stappen naar een andere trein. :)
(Aan) de reizigers wordt gevraagd 

Slide 20 - Diapositive

Opdracht
  • Maak opdracht 19
  • Als je klaar bent: maakt het huiswerk af:  opdracht 11, 16, 17, 19 en 21
  • Meer oefenen? Boek jaar 3!
  • Daarmee klaar? Oefen extra met wat jij het lastigst vindt

Slide 21 - Diapositive

vragen bespreken

Slide 22 - Diapositive

Huiswerk
  • H5: P1 minimaal opdracht 10, 16, 17, 18 en 20
  • 10 november Dagen van gras uit

Slide 23 - Diapositive