perfectum

In deze les...
  1. Perfectum
  2. Oefeningen perfectum

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

In deze les...
  1. Perfectum
  2. Oefeningen perfectum

Slide 1 - Diapositive

Bekend:
Tot nu toe hebben we verhalen gelezen in de tegenwoordige tijd: het praesens


Voorbeeld:
Iuppiter in terram spectat.
Jupiter kijkt naar de aarde.

Slide 2 - Diapositive

ik 
jij
hij/zij
wij
jullie
zij 
-a
-ei
-t
-s
-tis
-eis
-i
-mus
-nt
-o
-us
-um

Slide 3 - Question de remorquage

Nieuw: het perfectum
Het perfectum vertaal je als een voltooid tegenwoordige tijd OF een onvoltooid verleden tijd.

Hoe herken je een verleden tijd in andere talen?



Slide 4 - Diapositive

Nieuw: het perfectum
Het perfectum vertaal je als een voltooid tegenwoordige tijd OF een onvoltooid verleden tijd:


Voorbeeld:
Iuppiter in terram specta-v-it.
Jupiter heeft naar de aarde gekeken/keek naar de aarde.

Slide 5 - Diapositive

Nieuw: het perfectum
Vergelijk:
Iuppiter in terram specta-t.
Iuppiter in terram spectav-it.




Slide 6 - Diapositive

Nieuw: het perfectum
Vergelijk:
Iuppiter in terram specta-t.
Iuppiter in terram spectav-it.

Het perfectum heeft een andere stam:
-v tref je aan bij de a- en i- stam
-u tref je (vaak) aan bij de e-stam

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Nieuw: het perfectum
Stam + v of u + uitgang 
vocav-i
vocav-isti
vocav-it
vocav-imus
vocav-istis
vocav-erunt
infinitivus: vocav-isse 


Slide 9 - Diapositive

Nu jullie! Wat betekent...
vocavisti?

Slide 10 - Question ouverte

Nu jullie! Wat betekent...
audivistis?

Slide 11 - Question ouverte

Nu jullie! Wat betekent...
timuit?

Slide 12 - Question ouverte

perfectum
ik 
jij
hij/zij
wij
jullie
zij 
-it
-isti
-t
-s
-istis
-tis
-mus
-imus
-m
-nt
-erunt
-i

Slide 13 - Question de remorquage

Perfectumstammen
  • Werkwoorden die behoren tot de medeklinkergroep of de gemengde groep hebben een bijzondere perfectumstam
  • Bijvoorbeeld: 
  • mittere -> mis-i
  • ducere -> dux-i
  • imponere -> imposu-i
  • Deze stammen moet je apart leren!

Slide 14 - Diapositive

Geef de perfectumvorm van:
1. vocat
2. tenes
3. audiunt
4. mitto

Bedenk: om welke persoon gaat het? Wat wordt de stam?

  1. voca-v-it 
  2. ten-u-isti
  3. audi-v-erunt
  4. mis-i

Slide 15 - Diapositive

Vertaal. Let goed op tijd en persoon!
1. vocas
2. audivimus
3. misimus
4. tenetis
5. mitto
6. tenuistis
7. vocavit
8. audiverunt
9. audiunt
10. misistis
  1. jij roept
  2. wij hoorden/hebben gehoord
  3. wij stuurden/hebben gestuurd
  4. jullie houden vast
  5. ik stuur
  6. jullie hielden vast/hebben vastgehouden
  7. hij/zij riep/heeft geroepen
  8. zij hoorden/hebben gehoord
  9. zij horen
  10. jullie stuurden/hebben gestuurd

Slide 16 - Diapositive

Opdracht
Bestudeer uit je Leerboek pagina 44 en 45 over het perfectum
Maak Learnbeat 10.1A + B tab 1 t/m 10

Slide 17 - Diapositive