LSJ H2 U1 passé composé les 1

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bienvenue 
Mercredi 20 septembre:
Aan het einde van de les, kan ik:
  •  de voltooide tijd / le passé composé uitleggen en gebruiken 
 
Programma:
  • SO nakijken 
  • Brainstorming: wat is le passé composé 
  • video's en opdrachten 
  • Blooket
  • HW

Slide 2 - Diapositive

wie heeft het geleerd vorige jaar 

1. Vocabulaire
  • Hoe heb je de vocabulaire geleerd?
  • Heb je regelmatige geleerd?
  • Was je methode efficiënt?

2. Grammaire
  • Persoonlijke voornaamwoorden 
  • Uitgangen 
  • partir (vertrekken) ≠ sortir (uitgaan)
  • sortir = uitgaan, naar buiten gaan,  en niet gaan (aller)

3. Zinnen
  • Volgorde in het Frans


onderwerp + alle werkwoorden + lijdend voorwerp + meewerkend voorwerp + bijwoordelijke bepaling
elke week leren/herhalen
opletten in de les: de vocabulaire komt in de teksten, audio's, video's, gesprekjes...

Maak aantekeningen, schema's, mindmaps... gebruik sentence builder, maak zinnen, oefen met verbuga/links om de ww te "automatiseren"

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
2:30
Brainstorm: wat weet je al over de passé composé ?

  • Werk in tweetallen/drietallen

  • Denk samen na gedurende 2 minuten en 30 seconden over wat jullie al weten. Gebruik je aantekeningen van de vorige les.

  • Maak samen een mindmap, schema, tekst... (Wat is het passé composé? Hoe vorm je het? Kun je voorbeeldzinnen geven?) 




  • Na de 2 minuten en 30 seconden gaan we samen een mindmap/schema maken.

Slide 4 - Diapositive

Wat is passé composé?
Is het een tijd in het verleden of de toekomst?
Wanneer gebruiken we het? (bijvoorbeeld, voor acties die al zijn voltooid)

Welke hulpwerkwoorden gebruiken we?
Is het "avoir," "être," of beide?
Zijn er uitzonderingen?

Hoe vorm je een werkwoord in passé composé?
Wat is de basisstructuur?
Hoe veranderen regelmatige en onregelmatige werkwoorden?

voorbeelden ? 

foutjes : avoir of etre? vooltooid deelwoord niiet aagepaast 


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

📖 Livre page 23, exercice 16A
timer
4:30

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

📖 Livre page 23, exercice 16A
Nous avons voyagé 
J'ai acheté 
Vous avez joué 
Ils / elles ont eu
Il a été
As tu fait / tu as fait 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

📖 Livre page 23, exercice 16B 
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

📖 Livre page 23, exercice 16B 
a) is naar huis gegaan
b) ben gegaan 
c) zijn aangekomen
d) zijn de klas binnen gegaan 
être
e
s
e
/

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Blooket!
We gaan naar Blooket:

Play.blooket.com en vul daar de code in
- Vul je eigen naam in!

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Devoirs pour lundi
  • Spullen mee
  • leer apprendre 5 p. 40
  • herhaal avoir en être met de quizzen in SOM
  • oefen de passé composé met de blooket (links in SOM)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions