Les 7

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Vendredi 30 septembre
Le programme pour cet après-midi :
- Je kunt de passé composé van werkwoorden met allebei hulpwerkwoorden (être en avoir) voor alle soorten werkwoorden (avoir, être, werkwoorden en -er, -re en -ir)

Slide 2 - Diapositive

Qui a fait les devoirs ?
- La grammaire / de grammatica:

pagina's 24-25: Exercice 16A: lezen en opdrachten tot en met opdracht 5.
pagina 25: exercice 16B.
- Les mots / de woorden: opdracht 21, pagina 30. 

Slide 3 - Diapositive

Les exercices
  • Exercice 16A - 1
  • Phrase a :
  • hulpwerkwoord = a
  • voltooid deelwoord = organisé
  • traduction = heeft georganiseerd

Slide 4 - Diapositive

Les exercices
  • Exercice 16A - 1
  • Phrase b :
  • hulpwerkwoord = est
  • voltooid deelwoord = allé
  • traduction = is gegaan

Slide 5 - Diapositive

Les exercices
  • Exercice 16A - 1
  • Phrase c :
  • hulpwerkwoord = sont
  • voltooid deelwoord = partis
  • traduction = zijn vertrokken

Slide 6 - Diapositive

Les exercices
  • Exercice 16A - 2
  • verbes en -er :
  • danser - j'ai dansé - ik heb gedanst
  • verbes en -re :
  • attendre - j'ai attendu - ik heb gewacht
  • verbes en -ir :
  • choisir - j'ai choisi - ik heb gekozen

Slide 7 - Diapositive

Les exercices
  • Exercice 16A - 3
  • b. faire - ze heeft gemaakt
  • c. avoir - men heeft gehad
  • d. aller - ze zijn gegaan
  • e. être - jullie zijn geweest/ u bent geweest
  • f. voir - wij hebben gezien
  • g. sortir - jij bent uitgegaan
  • h. prendre - ze heeft genomen 

Slide 8 - Diapositive

Les exercices
  • Exercice 16A - 4
  • a. avec "être": aller (d) - sortir (g) 
  • b. venir - monter - descendre - arriver - rester - tomber - partir - entrer 
  • Exercice 16A - 5
  • a. niks = Iskander est allé
  • b. e = Sophia est allée
  • c. s = Iskander et Finn sont allés
  • d. es = Sophia et Nadine sont allées

Slide 9 - Diapositive

Les exercices
  • Exercice 16B
  • 1. Ma soeur a fait
  • 2. J'ai nagé
  • 3. Mon petit frère a été
  • 4. Nous n'avons pas gouté
  • 5. Julie, tu es allée...?

Slide 10 - Diapositive

Les exercices
  • 6. Tes voisins sont partis
  • 7. Ethan n'a pas vu
  • 8. Ma cousine n'est pas venue

Slide 11 - Diapositive

Lesdoelen behaald?
- Je kunt de passé composé van werkwoorden met allebei hulpwerkwoorden (être en avoir) voor alle soorten werkwoorden (avoir, être, werkwoorden en -er, -re en -ir);


Slide 12 - Diapositive

Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage