classicisme
1 / 11
La durée de la leçon est: 10 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
De komedies van Molière zijn niet alleen bedoeld om te vermaken. Wat doen ze nog meer?
A
ze corrigeren slechte karaktereigenschappen
B
ze corrigeren taalfouten
C
ze zorgen voor heropvoeding van de jeugd
D
ze zorgen voor uitleg over opvoeding
Slide 3 - Quiz
Wat scheef Molière vooral?
A
Komedies
B
Tragedies
C
Fabels
Slide 4 - Quiz
Quel roi était le mécène de Molière?
A
Louis XIII
B
Napoléon Bonaparte
C
Louis XIV
D
Louis XV
Slide 5 - Quiz
Quel est le vrai nom de Molière?
A
Pierre Corneille
B
Jean-Baptiste Poquelin
C
François-René de Chateaubriand
D
Victor Hugo
Slide 6 - Quiz
Jean de la Fontaine a vécu au
A
16e siècle
B
17e siècle
C
19e siècle
Slide 7 - Quiz
Welke klassieke schrijver was een voorbeeld voor Jean de la fontain?
A
Phaedrus
B
L’eunuque
C
Aesopus
D
La cigale
Slide 8 - Quiz
Les Fables de La Fontaine sont.....
A
réalistes
B
poétiques
Slide 9 - Quiz
Pourquoi Jean de la Fontaine a-t-il écrit les fables?
A
Om politieke en maatschappelijke kritiek te kunnen uiten
B
Omdat hij van dieren hield
C
Omdat hij dieren beter vond dan mensen
D
Omdat hij alleen voor kinderen schreef
Slide 10 - Quiz
Waarom schreef Jean de la Fontaine fabels?
A
Om politieke en maatschappelijke kritiek te kunnen uiten
B
Omdat hij van dieren hield
C
Omdat hij dieren beter vond dan mensen
D
Omdat hij alleen voor kinderen schreef
