Bijvoeglijk naamwoord versus bijwoord 3e
1 / 16
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe herken je een
bijvoeglijk naamwoord?
bijvoeglijk naamwoord?
Slide 2 - Carte mentale
Hoe herken je
een bijwoord?
een bijwoord?
Slide 3 - Carte mentale
Vul aan:
Emiel heeft een.... jas.
Emiel heeft een.... jas.
Slide 4 - Carte mentale
Vul aan:
Lila heeft ... haar.
Lila heeft ... haar.
Slide 5 - Carte mentale
Vul aan:
De broek van Maud is ...
De broek van Maud is ...
Slide 6 - Carte mentale
Vul aan:
Het verhaal van Katoo
en Roos is het ...
Het verhaal van Katoo
en Roos is het ...
Slide 7 - Carte mentale
Het haar van Ferre is ...
dan het haar van Thijs.
dan het haar van Thijs.
Slide 8 - Carte mentale
Laurence kan ... turnen.
Slide 9 - Carte mentale
Féline kan ... toneelspelen.
Slide 10 - Carte mentale
Luisa kan .... goed luisteren.
Slide 11 - Carte mentale
Fons heeft ... zes broeken
in zijn kast.
in zijn kast.
Slide 12 - Carte mentale
De moppen van Vic
zijn ... erg leuk.
zijn ... erg leuk.
Slide 13 - Carte mentale
Het ei van Arto is ... gebroken.
Slide 14 - Carte mentale
De klok is ....niet op Ilyas'
hoofd gevallen.
hoofd gevallen.
Slide 15 - Carte mentale
Waarover zegt het bijwoord niets?
A
een werkwoord
B
een ander bijwoord
C
een zelfstandig naamwoord
D
een bijvoeglijk naamwoord
