zwangerschap en bevalling

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Mijn mening over de zwangerschaps-&bevalling-lessen is....

Slide 2 - Question ouverte

Wat mij het meest is bijgebleven:

Slide 3 - Carte mentale

Wat houdt conceptie in?
A
Bevruchting van een eicel door een zaadcel
B
Bevruchting van een zaadcel door een eicel
C
Eerste keer geslachtsgemeenschap
D
Middel om snel zwanger te worden

Slide 4 - Quiz

Hoeveel chromosomen heeft een menselijke cel?
A
12
B
21
C
46
D
62

Slide 5 - Quiz

Hoeveel dagen doet een bevruchte eicel erover om bij de baarmoeder te komen?
A
1 dag
B
3 tot 4 dagen
C
6 tot 8 dagen
D
10 tot 12 dagen

Slide 6 - Quiz

Wat is een ander woord voor placenta?
A
Vliezen
B
Baarmoeder
C
Vagina
D
Moederkoek

Slide 7 - Quiz

Waar of niet waar?
De placenta zorgt voor uitwisseling tussen stoffen tussen moeder en kind.
A
Waar
B
Niet waar
C
Waar, maar alleen goede stoffen worden uitgewisseld
D
Niet waar, de placenta is een onderdeel van de foetus

Slide 8 - Quiz

Via welke positie dient het kindje het beste ter wereld te komen?
A
Als superman, met 1 arm omhoog
B
Met de beentjes eerst
C
Met het hoofdje eerst
D
Het maakt niet uit

Slide 9 - Quiz

Een wee wordt veroorzaakt doordat het kindje zich groot en klein maakt?
A
Waar
B
Niet waar
C
Een wee kan ook door andere bewegingen worden veroorzaakt
D
Geen idee

Slide 10 - Quiz

Waarom is het belangrijk dat een moeder goed voor zichzelf zorgt tijdens de zwangerschap?
A
Moeder moet top fit zijn voor de bevalling
B
Moeder en kind zijn direct verbonden door de navelstreng
C
Moeder kan invloed uitoefenen op de groei van het kindje
D
Het is gewoon fijn dat ze lekker in haar vel zit

Slide 11 - Quiz

De grote fontanel ligt aan
A
De voorkant van de schedel
B
De achterkant van de schedel
C
De zijkanten van de schedel
D
De onderkant van de schedel

Slide 12 - Quiz

Een bevruchte eicel noemen we Zygote
A
Ja
B
Nee
C
Waar
D
Niet waar

Slide 13 - Quiz

De G in de APGAR-score staat voor "groei"
A
Waar
B
Niet waar
C
Klopt
D
Klopt niet

Slide 14 - Quiz

Mijn feedback op KL4-1.1 is:

Slide 15 - Carte mentale

De meeste baby's scoren op de APGAR tussen de...
A
3 en 6 punten
B
7 en 10 punten
C
10 tot 13 punten
D
13 tot 18 punten

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive