Vulkanen en Tektonische Platen

Ontdek Vulkanen en Tektonische Platen

Leerdoel

Aan het eind van de les kunnen jullie 10-20 begrippen benoemen die verband houden met vulkanen en tektonische platen.

Wat weten jullie al over vulkanen en tektonische platen?

Wat zijn Vulkanen?

Vulkanen zijn openingen in de aardkorst waar gesmolten gesteente, gas en as naar buiten kunnen komen.

Soorten Vulkanen

Er zijn verschillende soorten vulkanen, waaronder schildvulkanen, stratovulkanen en kegelvulkanen.

Hoe Ontstaan Vulkanen?

Vulkanen ontstaan door de beweging van tektonische platen en de opbouw van druk onder de aardkorst.

Uitbarstingen

Vulkanen kunnen uitbarsten, wat leidt tot het vrijkomen van lava, as en gas.

Tektonische Platen

Tektonische platen zijn grote stukken van de aardkorst die voortdurend in beweging zijn.

Plaatgrenzen

Er zijn drie soorten plaatgrenzen: divergente, convergente en transforme plaatgrenzen.

Vulkanische Activiteit

Vulkanische activiteit komt vaak voor langs plaatgrenzen, waar de beweging van platen vulkanen kan veroorzaken.

Begrippen Quiz

Test jullie kennis met een quiz over de begrippen die jullie hebben geleerd.

Begrippen Herhalen

Bespreek en herhaal de belangrijkste begrippen die te maken hebben met vulkanen en tektonische platen.

Vulkaanuitbarsting Simulatie

Voer een simulatie uit van een vulkaanuitbarsting om het proces te visualiseren.

Belangrijke Begrippen

Bespreek de belangrijkste begrippen nogmaals, zoals magma, lava, seismische activiteit en aardbevingen.

Vulkanen en Mensen

Beschrijf hoe vulkanen van invloed kunnen zijn op menselijke populaties en de omgeving.

Eindevaluatie

Beantwoord enkele vragen om te laten zien wat je hebt geleerd over vulkanen en tektonische platen.

Vervolgactiviteit

Kies een creatieve activiteit, zoals het maken van een vulkaanmodel of een presentatie over een beroemde vulkaan.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.