Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
welcome
Slide 1 - Diapositive
goals
- je kunt vragen beantwoorden over een Engelse tekst
Slide 2 - Diapositive
Reading Skills
Let op: beantwoord een open vraag altijd in het Nederlands, behalve als het anders is aangegeven. Als je in het Engels antwoordt, levert dat 0 punten op;
Klik op een afbeelding (met de tekst) om deze te vergroten;
Slide 3 - Diapositive
Tekst 1
Kijk naar de tekst, lees de titel en kopjes
Kijk ook naar het plaatje en vraag jezelf af wat je al over het onderwerp weet.
Lees hierna de vraag en ga nu de tekst lezen op zoek naar het antwoord.
Kijk dan of jouw antwoord het meest overeenkomt met A, B, C of D.
Slide 4 - Diapositive
Je leest tips over uitgerust wakker worden. Welke tip wordt in de tekst genoemd?
A
Doe ’s avonds voor het slapen gaan wat gymnastiek.
B
Gebruik ’s ochtends de snooze-knop op je wekker.
C
Leg je kleren de avond van tevoren al klaar.
D
Zorg dat je gordijnen géén licht doorlaten.
Slide 5 - Quiz
Tekst 2
Bij 1 vraag over een korte tekst = zoekvraag.
kijk EERST wat de vraag is.
ga DAN gericht zoeken in de tekst.
Slide 6 - Diapositive
Waarvoor schaamde Sophie zich tijdens het winkelen?
A
Ze liep een jongen omver die een schaal cupcakes vasthield.
B
Ze pakte een cupcake zonder ervoor te betalen.
C
Ze stootte een doos met cupcakes om.
Slide 7 - Quiz
Tekst 3
Dit is een langere tekst met meerdere vragen.
- Lees de titel, kopjes, eerste en laatste zinnen van elke alinea.
- Snap je een woord of stuk(je) niet? >> nu niet zo erg
- Doel: idee waar de tekst IN GROTE LIJNEN over gaat
timer
2:00
Slide 8 - Diapositive
Heb je de tekst hiernaast gelezen? ;)
A
Ja
Slide 9 - Quiz
Wat gebeurde er toen Tom Wagner van Louisiana naar California vloog? (alinea 1)
A
De passagiers klaagden over zijn gesnurk.
B
Het vliegtuig moest onverwacht een tussenlanding maken.
C
Hij sliep waardoor hij zijn overstap miste.
Slide 10 - Quiz
Aan wie vroeg Tom hulp om zijn probleem op te lossen? (alinea 2)
A
aan de vliegmaatschappij
B
aan zijn vriendin
C
aan zijn zus
Slide 11 - Quiz
Wat beweert de luchtvaartmaatschappij? (alinea 3)
A
dat Tom niet had mogen meevliegen omdat hij hartpatiënt is
B
dat Tom niet op de passagierslijst stond geregistreerd
C
dat Tom niet was ontdekt bij een controle na de landing
Slide 12 - Quiz
Hoe heeft de vliegmaatschappij de zaak afgehandeld? (alinea 4)
Tom kreeg een
A
boete voor het veroorzaken van een vertraging.
B
gratis vliegreis naar Californië aangeboden.
C
overnachting en een onkostenvergoeding.
Slide 13 - Quiz
Tekst 4
Je krijgt over deze tekst 2 vragen waar NIET bij staat waar in de tekst je ze kunt vinden.
dus: GLOBAAL / ZOEKEND lezen
Slide 14 - Diapositive
Wat houdt de shopaholic challenge voor Lucy onder andere in?
A
Ze heeft twee weken de tijd om tien kledingstukken weg te geven.
B
Ze mag twee weken geen nieuwe kleren kopen.
C
Ze moet twee weken elke dag hetzelfde dragen als haar vriendin.
Slide 15 - Quiz
Wat heeft Lucy van de shopaholic challenge geleerd?
Ze heeft geleerd hoe ze
A
haar kleren goed kan combineren.
B
zelf haar kleren kan wassen.
C
zuiniger kan zijn op haar kleren.
Slide 16 - Quiz
Tekst 5; Drain in Dover
Slide 17 - Diapositive
Wat gebeurde er met een meisje in de Engelse plaats Dover?
A
Ze kwam vast te zitten in een put toen ze haar mobieltje wilde pakken.
B
Ze veroorzaakte wateroverlast toen haar mobieltje in de wc viel.
C
Ze viel in het riool omdat er een putdeksel verdwenen was.
Slide 18 - Quiz
Tekst 6; Drain in Dover
meerdere uitgebreide vragen.
lees: titel, kopjes, kijk naar plaatje
lees alinea 1 zorgvuldig.
Slide 19 - Diapositive
Welke bewering over de ‘Hills Village Middle School’ is juist? (alinea 1)
A
Daar heeft Rafes oma ook op gezeten.
B
Dat is een heel oud gebouw.
C
Deze staat naast een gevangenis.
Slide 20 - Quiz
Tekst 6
- meerdere uitgebreide vragen.
- kijk wat de vraag is
- lees alinea 2 zorgvuldig.
Slide 21 - Diapositive
In alinea 2 beschrijft Rafe hoe je je kunt gedragen als je de gevangenis in gaat. --> Geef bij elk ‘gedrag’ aan of Rafe dat wel of niet noemt.
meteen klappen uitdelen
doen of alles een grap is
slijmen met de bewakers
zorgen dat je niet opvalt
Wel
Niet
Wel
Niet
Slide 22 - Question de remorquage
Tekst 6
- meerdere uitgebreide vragen.
- kijk naar de vraag
- lees alinea 2 en 3 zorgvuldig.
Slide 23 - Diapositive
Hoe gedroeg Rafe zich op zijn nieuwe school? (alinea’s 2 en 3)
A
agressief
B
onopvallend
C
populair
Slide 24 - Quiz
‘But I didn’t know any of that yet.’ (alinea 3) Wat wist Rafe nog niet?
A
dat iedereen een vaste plaats had in de klas
B
dat Miller een heel vervelende jongen was
C
dat Miller niet naast hem wilde zitten
Slide 25 - Quiz
‘I already had a fluorescent orange target on my back’ (alinea 4) Wat bedoelt Rafe met deze uitdrukking?
A
Hij had de verkeerde kleren aangetrokken die dag.
B
Hij was nu al het mikpunt van pesterijen.
C
Hij weet nu dat hij het leuk gaat vinden dit jaar.