Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Gesprekken voeren
Slide 1 - Diapositive
A2: wat moet je kunnen?
Can understand sentences and frequently used expressions related to areas of most immediate relevance (e.g. very basic personal and family information, shopping, local geography, employment).
Can communicate in simple and routine tasks requiring a simple and direct exchange of information on familiar and routine matters.
Can describe in simple terms aspects of his/her background, immediate environment, and matters in areas of immediate need.
Slide 2 - Diapositive
B2: wat moet je kunnen?
Can understand the main points of clear standard input on familiar matters regularly encountered in work, school, leisure, etc.
Can deal with most situations likely to arise whilst traveling in an area where the language is spoken.
Can produce simple connected text on familiar topics or the ones of personal interest.
Can describe experiences and events, dreams, hopes & ambitions and briefly give reasons and explanations for opinions and plans.
Slide 3 - Diapositive
Waar word je op beoordeeld?
Opdrachtspecifieke inhoudskenmerken.
Woordgebruik/woordenschat
grammaticale correctheid
Interactie
Vloeiendheid
Coherentie
Uitspraak
Slide 4 - Diapositive
Hoe zou je jezelf voorstellen in een telefoongesprek? Verschil formeel en informeel.
Slide 5 - Question ouverte
Hoe sluit je een gesprek passend af? informeel en formeel
Slide 6 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Engels dat je graag een vraag wil stellen.
Slide 7 - Question ouverte
Hoe zou jij in het Engels vertellen wat je studeert.