Kunst en wetenschap in de Gouden Eeuw

Wetenschap en kunst in de Gouden Eeuw
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wetenschap en kunst in de Gouden Eeuw

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 12

Slide 3 - Diapositive

Wat gold voor de katholieken in die tijd NIET?
A
ze mochten functies bekleden in het bestuur
B
ze mochten schuilkerken hebben
C
ze vormden ca. 40% van de bevolking
D
ze liepen het risico vervolgd te worden

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Bron op volgende dia.
Bekijk de bron, een schilderij uit 1614, gemaakt door de Nederlandse schilder Adriaen Pieterszoon van de Venne. De titel van het schilderij is De Zielenvisserij. Links staan de protestanten. Rechts staan de katholieken met de paus.

 Op het eerste gezicht lijkt dat gelijk op te gaan, maar bij nadere bestudering, heeft de kunstenaar een voorkeur voor de protestanten.
 Geef aan waaraan je dat kunt zien.

Slide 7 - Diapositive

Kijken naar...
De zielenvisserij


Adriaen Pietersz. van de Venne
1614
Rijksmuseum, Amsterdam

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Hoe zie je dat de maker een protestant is?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Lees nu blz. 108 & 109 
'Beroemde wetenschappers' 

Slide 13 - Diapositive

Tekst


Hugo de Groot

Christiaan Huygens
Antoni van Leeuwen-
hoek
Reinier de Graaf
Ontsnapt uit Loevestein
Sterrenkundige
Ontdekte met zijn telescoop de ringen van Saturnus
Volkenrecht
Ontdekte met zijn microscoop spermacellen
Schreef over oorlog en vrede
Arts

Slide 14 - Question de remorquage

Kijken naar...
De Nachtwacht


Rembrandt van Rijn
1642
Rijksmuseum, Amsterdam

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Herken jij de stijl van de Gouden eeuw?
Kunst uit de Gouden Eeuw
Kunst uit een ander tijdperk

Slide 20 - Question de remorquage

Wat was Willem van Oranje in de Nederlanden?
A
Prins
B
Stadhouder
C
Koning
D
Hertog

Slide 21 - Quiz

Wat was de Spaanse Furie?
A
Plundering van Antwerpen door Spaanse Soldaten die op een muiterij tocht gingen
B
Georganiseerde aanval van het Spaanse leger op de opstandige gewesten Zeeland en Holland.
C
Aanval op het leven van Willem van Oranje door een Spaanse huurmoordenaar.
D
De reactie van Filips II na het lezen van de Acte van Verlatinghe

Slide 22 - Quiz

Wat was het gevolg van de Spaanse furie?
A
Unie van Utrecht
B
Unie van Atrecht
C
Pacificatie van Gent
D
plakkaat van Verlatinge

Slide 23 - Quiz

Wat was géén reden voor het uitbreken van de Nederlandse Opstand?
A
kettervervolgingen
B
centralisatiepolitiek Karel V/Filips II
C
Bloedbad van Naarden
D
hoge belastingen

Slide 24 - Quiz

Hoe eindigde de tachtigjarige oorlog?
A
Bij de vrede van Munster erkende Spanje de van de Republiek Nederland
B
Alle 17 Nederlandse gewesten werden bevrijd van Spaanse overheersing.
C
Bij de Unie van Utrecht besloten de 7 gewesten samen te gaan.
D
Willem van Oranje werd vermoord.

Slide 25 - Quiz

Hoe lang duurde de tachtigjarige oorlog?
A
Achtenzestig jaar
B
Precies tachtig jaar
C
Iets meer dan tachtig jaar
D
Iets minder dan tachtig jaar

Slide 26 - Quiz

Generaliteitslanden zijn....
A
De noordelijke gewesten
B
Bevriende buurlanden van de Republiek
C
Gebieden onder bewind van de VOC
D
Gebieden die rechtstreeks bestuurd worden door de Staten-Generaal

Slide 27 - Quiz

De Republiek profiteerde van de val van Antwerpen omdat...
A
Handelaren naar het noorden trokken
B
De Republiek de schelde afsloot
C
De handel zich naar Amsterdam verplaatst
D
Alle bovenstaande

Slide 28 - Quiz

De Tachtigjarige Oorlog eindigt door
A
dat zowel de Republiek als de Spanjaarden 'oorlogsmoe' zijn.
B
dat de Republiek verslagen is door de Spanjaarden.
C
dat er overal in Europa gewetensvrijheid komt.
D
dat de Republiek oppermachtig is over de Spanjaarden.

Slide 29 - Quiz

Karel V en Filips II bepaalden graag voor hun hele gebied wat wel en niet mocht: overal golden dezelfde wetten. Hoe noemen we dit?

Slide 30 - Question ouverte

Particularisme
Centralisme
Privileges
Gewesten
Stadhouder
Gewestelijke Staten
Landvoogd
1 hoofdstad

Slide 31 - Question de remorquage

Willem van Oranje was voor/tegen centralisatie
A
voor
B
tegen

Slide 32 - Quiz