3.3 de Griekse cultuur

3.3 de Griekse cultuur
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.3 de Griekse cultuur

Slide 1 - Diapositive

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit waarom Athene machtiger werd na de Perzische oorlogen.

Eerder klaar: Waarom was Griekenland niet 1 staat?

Slide 2 - Diapositive

Lesplanning
1. Leerdoel(en)
2. Uitleg met aantekeningen.
3. Checkvraag bij de uitleg.
4. werken.
5. Samenvatting van leerdoel(en).

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Ik kan de rol van godsdienst in het dagelijks leven van Griekse mannen en vrouwen beschrijven.



Slide 4 - Diapositive

Grieken en hun goden
  • Geloof in meerdere goden: polytheïstisme.
  • De Grieken hadden nog geen verklaringen voor natuurverschijnselen, rampen en ziektes. Daarom moesten de goden dit veroorzaken. Goden zagen eruit als mensen en hadden ook menselijke eigenschappen zoals boos, jaloers. 
  • Goden bemoeiden zich veel met mensen. 
  • Grieken geloofden in mythen: verhalen over goden, mensen, monsters en helden.

Slide 5 - Diapositive

  • Als de Grieken advies over iets wilden gingen ze op bezoek bij een orakel.
  • Een priesteres gaf je dan een boodschap van de goden. Deze adviezen waren nogal vaag, je moest er dus zelf over nadenken en besluiten wat je ermee deed. 

Slide 6 - Diapositive

De rol van vrouwen
  • Vrouwen waren bij de Grieken minder belangrijk dan mannen. De man was de baas over de vrouw, meisjes werden al jong uitgehuwelijkt aan oudere mannen. Er werd voor een vrouw een bruidsschat betaald. 
  • Vrouwen bleven thuis en zorgden voor de kinderen en het huishouden. Arme vrouwen moesten wel meewerken anders was er niet genoeg inkomen voor het gezin.

Slide 7 - Diapositive

  • Vrouwen waren niet helemaal onbelangrijk. Ze vertelden de mythen aan de kinderen, rijke vrouwen dansen en zongen op religieuze festivals. Zo kwamen zij toch nog buiten. Sommige vrouwen werden ook priesteres.
  •  In Sparta waren vrouwen wel belangrijker. Hier sporten de vrouwen veel voor sterke en gezonde kinderen en hadden ze veel vrijheid omdat de mannen weg waren voor oorlogen. 

Slide 8 - Diapositive

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit waarom Grieken in Goden en mythen geloofden.

Eerder klaar: Leg uit wat de rol van vrouwen was bij de Grieken en waarom dat in Sparta anders was.

Slide 9 - Diapositive

Te doen
Maken werkboek par. 3.3 vraag 1,3,6,7,10,11,12,14.

Maken cornell schema /flashcards/  succescriteria par. 3.3
Leren par 3.1 en 3.2

Slide 10 - Diapositive

Samenvatting leerdoel(en)
Ik kan de rol van godsdienst in het dagelijks leven van Griekse mannen en vrouwen beschrijven.



Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de leerdoelen van vandaag.

Slide 11 - Diapositive

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit waar Grieken naar toe gingen als ze iets wilden weten of advies over wilden.

Eerder klaar: Leg uit wat de rol van vrouwen was bij de Grieken en waarom dat in Sparta anders was.

Slide 12 - Diapositive

Lesplanning 3.3 2e deel
1. Leerdoel(en)
2. Uitleg met aantekeningen.
3. Checkvraag bij de uitleg.
4. Werken
5. Samenvatting van leerdoel(en).

Slide 13 - Diapositive

Leerdoelen
Ik kan Griekse beeldkunst herkennen en beschrijven.
Ik kan duidelijk maken dat Grieken door filosofie en wetenschap op een andere manier gingen nadenken.

Slide 14 - Diapositive

Huizen van de goden
  • Elke Griekse god(in) had zijn of haar eigen tempel, waarin een beeld van de god(in) stond.
  • Alleen priesters en priesteressen mochten in de tempels komen, gewone mensen kwamen er niet in. 
  • Buiten de tempels werden er rituelen en offers gedaan om de goden tevreden te houden. Dat waren dan offers zoals dieren, wijn en rijkdommen. Gewone mensen offerden ook.

Slide 15 - Diapositive

  • Ook waren er festivals voor de goden waar gedanst en theatervoorstellingen waren. Ook waren er sportwedstrijden zoals de olympische spelen. 
  • De olympische spelen waren voor alle stadstaten. Alleen de winnaar kreeg eeuwige roem en rijkdom, de stadstaat ook de eer. Bij deze spelen werden er ook rituelen bij de tempel van Zeus gehouden. 

Slide 16 - Diapositive

Griekse Beelden
  • Rond 700 v. Chr. gingen de Grieken beelden maken. Die waren eerst wat stijf en stonden stil.
  • Het menselijk lichaam werd zo perfect mogelijk nagemaakt. Gezichten waren wel zonder uitdrukking, dat was mooi meer op een god lijkend.
  • Wel kwam er steeds meer beweging in de beelden. Vanaf de 4e eeuw v Chr. kwamen er beelden me emoties en imperfecties, zoals rimpels.

Slide 17 - Diapositive

Verklaren met kennis
  • Goden veroorzaakten rampen, ziektes en natuurverschijnselen, maar steeds meer Grieken gingen opzoek naar andere verklaringen. Bijv. de arts Hippocrates. Je lichaamssappen werden volgens hem ziek door het weer, voeding of de manier van leven, niets goddelijks. Hij zocht dus naar een logische verklaring.
  • Hippocrates en andere wetenschappers gingen feiten verzamelen, daarna pas een conclusie te trekken. 

Slide 18 - Diapositive

Filosofen en wetenschap
  • De wetenschappers deden steeds meer ontdekkingen in de geneeskunde, wiskunde en technologie. 
  • Filosofen gingen vragen stellen over de mens en maatschappij om die beter te begrijpen. Bijv. Socrates en Plato wilden kennis krijgen door te discussiëren en door hun verstand te gebruiken. 

Slide 19 - Diapositive

Schrijf het antwoord op je wisbordje.
Leg uit wat filosofen bestudeerden en hoe wetenschappers aan wetenschap deden.

Eerder klaar: Noem 2 verschillen tussen Sparta en Athene.

Slide 20 - Diapositive

Te doen
Maken werkboek par. 3.3 vraag 1,3,6,7,10,11,12,14.

Maken cornell schema /flashcards/  succescriteria par. 3.3
Leren par 3.1 en 3.2

Slide 21 - Diapositive

Samenvatting leerdoel(en)
Ik kan Griekse beeldkunst herkennen en beschrijven.
Ik kan duidelijk maken dat Grieken door filosofie en wetenschap op een andere manier gingen nadenken.

Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de leerdoelen van vandaag.

Slide 22 - Diapositive