Herhaling 1 t/m 4

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Herhaling basisstof 1 t/m 4

Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 18.

1. opperarmbeen
2. scheenbeen
3. sleutelbeen
4. dijbeen

Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 25.

1. opperarmbeen
2. scheenbeen
3. sleutelbeen
4. dijbeen

Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 12.

1. opperarmbeen
2. spaakbeen
3. sleutelbeen
4. ellepijp

Je ziet hiernaast het skelet van een mens. Geef de naam van nummer 13.

1. opperarmbeen
2. spaakbeen
3. sleutelbeen
4. ellepijp

Het skelet heeft 4 functies, noem er minimaal 2

Wijs in dit menselijk skelet de wervelkolom aan door het rode balkje erop te slepen.

Zet in de goede volgorde, 

van boven naar beneden.

1

2

3

4

4

borstwervel

heiligbeen

halswervel

lendenwervel

staartbeen

Wat is de functie van rood beenmerg

1. Maakt geel beenmerg aan
2. Maakt rode bloedcellen aan
3. slaat vet op
4. geleid bloed door de botten heen

Platte beenderen bevatten vooral geel beenmerg?

1. Juist
2. Onjuist

Wat zit er in pijpbeenderen ?

1. Geel beenmerg
2. Rood beenmerg
3. zowel rood als geel beenmerg

Wat zit er in de holle ruimte van een pijpbeen?

1. bloed
2. zuurstof
3. geel beenmerg
4. rood beenmerg

Zijn je schedelbeenderen een voorbeeld van een plat bot?
Welk beenmerg zit hierin opgeslagen?

1. Ja het is een plat bot Er zit geel beenmerg in
2. Ja het is een plat bot Er zit rood beenmerg in
3. Nee het is geen plat bot Er zit wel geel beenmerg in
4. Nee het is geen plat bot Er zit rood beenmerg in

Welke beenverbindingen zijn niet beweeglijk?

1. Kraakbeen
2. Gewricht
3. Vergroeid
4. Naad

De schedelbeenderen zitten verbonden met elkaar door:

1. Kraakbeen
2. Gewricht
3. Naad
4. Vergroeid

De ribben en het borstbeen zijn verbonden door:

1. Kraakbeen
2. Gewricht
3. Naad
4. Vergroeid

Een middenhandsbeentje is verbonden met een vingerkootje door:

1. Naadverbinding
2. Vergroeide verbinding
3. Kraakbeen verbinding
4. Gewricht

Sleep naar de botten die je ziet op de röntgenfoto

Spaakbeen

Opperarmbeen

Ellepijp

Kijk goed naar de afbeelding. Welk nummer stelt botcellen voor?

1. nr 1
2. nr 2
3. nr 3

Je ziet hier een gewricht. Nummer 3 is..

1. bot
2. beenweefsel
3. kraakbeen
4. gewrichtssmeer

Als je een beweging maakt, heb je altijd ten minste 2 spieren nodig. Hoe heet het mechanisme om met 2 spieren een beweging te kunnen maken?

1. tegengestelde beweging
2. antagonisme
3. gonistische beweging
4. samenwerkign

Een spier zit aan het bot vast met..

1. de spierbuik
2. de pezen
3. de spiervezels
4. het spiervlies

Nr. 3

1. voorste kuitspier
2. voorste dijspier
3. voorste buikspier
4. voorste scheenbeenspier

Om de arm te buigen moet je

1. de biceps aanspannen
2. de triceps aanspannen
3. de biceps ontspannen
4. de biceps en de triceps aanspannen

Bekijk afbeelding 1. Wat gebeurt er met de voet als spier P zich samentrekt?

Sleep het cijfer A of B naar de afbeelding

Kraakbeen

Naadverbinding

Gewricht

Vergroeid

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

Namen van de onderdelen

1. 1 kraakbeenlaagje 2 gewrichtskom
2. 1 kraakbeenlaagje 2 gewrichtskogel
3. 1 kraakbeenlaagje 2 gewrichtsvloeistof
4. 1 gewrichtskom 2 gewrichtskogel

De functie van het gewrichtskapsel

1. maakt scharnierbewegingen mogelijk
2. voorkomt beweging van het gewricht
3. maakt beweging van spieren mogelijk
4. houdt de botten op hun plaats samen met spieren

Kogelgewricht

1. gewricht waarbij beweging alleen heen en terug mogelijk is
2. gewricht waarbij geen beweging mogelijk is
3. gewricht waarbij beweging in alle richtingen mogelijk is
4. gewricht waarbij beweging in 1 richting mogelijk is

Scharniergewricht

1. gewricht waarbij beweging alleen heen en terug mogelijk is
2. gewricht waarbij geen beweging mogelijk is
3. gewricht waarbij beweging naar alle kanten mogelijk is
4. gewricht waarbij draaibeweging mogelijk zijn