THEO les 1B: Celdeling MBOEL

Theorie Gezichtsbehandeling Celdeling
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 135 min

Éléments de cette leçon

Theorie Gezichtsbehandeling Celdeling

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 1B Celdeling
Les 1A Celleer

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
Herhalen celleer
Celdeling 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt het verschil tussen directe en indirecte celdeling uitleggen.
  • Je kunt benoemen welke twee vormen van indirecte celdeling er zijn: mitose en meiose.
  • Je kunt het proces van meiose beschrijven en een voorbeeld geven van hoe meiose plaatsvindt.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalen celleer

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Juist of onjuist?

Hel celmembraan laat alle stoffen door.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar bestaat celplasma voor het grootse gedeelte uit?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Lipoïden (vetstoffen)
D
Water

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk onderdeel van de cel is belangrijk bij voortplanting?
A
Cellichaam
B
Celkern
C
Celmembraan

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar in de cel zit chromatine?
A
In de celkern
B
In het cellichaam
C
In het cytoplasma

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke cellen hebben geen kern?
A
Bloedplaatjes
B
Spiercellen
C
Witte bloedcellen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van een micro - organisme?
A
Een bacterie
B
Een plant
C
Een mens

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 3

Ga naar Teams
Maak de oefentoets Celopbouw
in Forms 

Slide 12 - Diapositive

https://forms.office.com/Pages/ShareFormPage.aspx?id=LGjOClFYn02GOiwqM0AhLVJPtml9eO5GuJc-6_tfJ6RUM0FZSDIyQVVWTUU1TjUwNVVGSEJZVEVPQyQlQCN0PWcu&sharetoken=tdDQz3kOdTlKEEduLKEQ

Celdeling 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 4
Lees de tekst "celdeling" in het moduleboek blz. 5 en 6

Onderstreep belangrijke begrippen.

Slide 14 - Diapositive

Nadat de studenten de opdracht hebben gedaan kun je onderstaande vragen stellen:
- Waarom is deze tekst belangrijk voor de opleiding?
- Welke boodschap haal je uit de tekst
- Waarom delen cellen zich?
- Wat wordt er nu bedoelt met eencellige en meercellige organisme?
Antw: 
Eencellige organismen bestaan ​​uit slechts één cel die alle functies uitvoert die het organisme nodig heeft, terwijl meercellige organismen veel verschillende cellen gebruiken om te functioneren 

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Celdeling
Directe celdeling:
  • Alleen mogelijk bij eencellige-organismen.
  • Zowel cellichaam als celkern delen zich tegelijkertijd.

Indirecte celdeling: 
  • Bij meercellige-organismen zoals de mens.
  • Eerst deling celkern daarna pas cellichaam.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indirecte celdeling te verdelen in:
Mitose: 
  • Gewone celdeling in lichaamscellen zoals bot-, huid- en bloedcellen e.d. 
  • Na de celdeling is er een exacte kopie ontstaan met hetzelfde DNA als de moedercel. 
  • Eerst verdubbeling van chromosomen 46 naar 92. Na celdeling weer 46.

Meiose = reductiedeling: 
  • Vindt plaats bij rijpe geslachtscellen, eicel en zaadcel. 
  • Tijdens dit proces halveren de chromosomen zich. 
  • 23 chromosomen in de eicel en 23  chromosomen in de zaadcel. 
  • Samen 46 chromosomen bij een bevruchting.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bepaling van het geslacht
De rijpe eicel en rijpe zaadcel bevatten elk 23 chromosomen, samen 46.

Rijpe eicel:

  • 22 chromosomen +  een X - chromosoom

Rijpe zaadcel:
  • 22 chromosomen + een X - chromosoom of Y - chromosoom

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aantal chromosomen bij mensen
  • 46 chromosomen bij een cel die NIET aan het delen is.

  • 92 chromosomen bij een cel  die WEL aan het delen is.

  • 23 chromosomen bij een geslachtscel die rijp is (zaadcel, eicel).

  • 46 chromosomen bij een BEVRUCHTE eicel.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wist je dat?
Een zenuwcel kan zich niet delen!
Als deze beschadigd raakt, kun je bijvoorbeeld daar niet meer voelen of bewegen. Bijvoorbeeld met een dwarslaesie.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vochtverdeling in het lichaam
Het lichaam bevat ongeveer 60 a 70% vocht.

Ongeveer:
  • 40% in de cellen = intracellulair
  • 15% in de weefsels = tussen de cellen = extracellulair
  • 5% in de bloedbaan
  • En wat vocht in de hersenholten, maag en ogen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al van celdeling?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke celdeling vindt plaats in het menselijk lichaam?
A
Directe celdeling
B
Indirecte celdeling

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel chromosomen zitten er in een cel die is ontstaan door mitose?
A
23
B
46
C
92

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke celdeling vindt plaats bij geslachtscellen?
A
Directe celdeling
B
Meiose
C
Mitose

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar in het lichaam zit het meeste vocht?
A
In de bloedbaan
B
In de cellen
C
Tussen de cellen

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 5
Ga naar Teams
Maak opdracht "celdeling"  
+
Nabespreken

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 3 nabespreken

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende les: Weefsels

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions