BS 8 en 9 aanpassing bij planten vwo 2 hoofdstuk ecologie

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Planning

Herhaling

Leerdoel

Theorie

Filmpjes

Quiz

Abiotische factoren

Maak een correcte voedselketen

In een vijver leven onder andere algen, stekelbaarsjes, waterkevers, waterplanten en watervlooien.

Deze organismen behoren 

tot dezelfde populatie.

Deze organismen behoren 

tot dezelfde levensgemeenschap.

niet

wel

niet

wel

Ecologie

BS 8 Aanpassingen bij dieren

Leerdoelen deze les:

-Je moet bij dieren aanpassingen aan de omgeving kunnen beschrijven.

Aanpassingen van dieren

Dieren hebben zich in de loop van tijd aangepast aan hun omgeving zodat ze de grootste overlevingskans hebben.

We gaan nu kijken naar aanpassingen water/land-dieren, poten van zoogdieren en van vogels, en naar verschillen in snavels. 

Waterdieren-landdieren

-Kieuwen en vinnen

-Lichaamsbouw

ademen door longen

ademen door kieuwen

Huid met haartjes

huid met schubben en slijm

Dieren in water kunnen groot worden

worden door het water gedragen

stevige poten

zwaar skelet en stevige poten

Landdieren

-Stevige botten
-Poten (zoolgangers, teengangers, topgangers)

Poten van zoogdieren

zoolganger

teenganger

hoefgangers/topgangers

Vogels

-Poten
-Snavels
-Veren

Poten vogels

op een tak kunnen staan

poten met klauwen

om hard mee te kunnen lopen

lopen in ondiep water

poten met zwemvliezen

kegelsnavel

pincetsnavel

haaksnavel

zeefsnavel

Priemsnavel

kegelsnavel

zeefsnavel

priemsnavel

pincetsnavel

haaksnavel

Zoolganger

Topganger

Teenganger

Loopt op de gehele voetzool

Loopt op de tenen.

Loopt op de top van de tenen.

tenen en nagels zijn vergroeid tot hoef.

0

In welk deel van de kringloop van fotosynthese en verbranding horen de deelnemers van de voedselkringloop?

fotosynthese

verbranding

producent

consument

afvaleter

reducent

Sleep de termen naar de goede afbeelding

Individu

Populatie

Levensgemeenschap

Ecosysteem

Ecologie

BS 9 Aanpassingen bij planten

Leerdoelen deze les:

-Je moet bij planten aanpassingen aan hun omgeving kunnen beschrijven. 

Aanpassingen van planten

Planten hebben zich in de loop van tijd aangepast aan hun omgeving zodat ze de grootste overlevingskans hebben.

We gaan nu kijken naar aanpassingen t.a.v. temperatuur, licht, vochtigheid.

Aanpassingen bij planten

Kou
-Boven de grond afsterven en wortel met reserve voedsel (bollen, paardebloem etc).

-Bladeren laten vallen

Droge omgeving/ Vochtige omgeving

-Waslaagje
-Huidmondjes
-Formaat bladeren

Licht
-Zonplanten en schaduwplanten
-Klimplanten

 

Rozetvormende planten

Twee- of meerjarige planten 
Kan overleven onder de sneeuw 

Hoe zijn planten aangepast? Warmte.

Woestijnplanten hebben lange wortels, onder de grond vinden ze water.

Woestijnplanten hebben aanpassingen zodat ze zo weinig mogelijk water verdampen. 

• Kleine bladeren
• Waslaagje op de bladeren
• Haren of stekels tegen de zon

Planten in droog milieu

- Weinig huidmondjes

- Huidmondjes aan onderkant blad

- Diep verzonken huidmondjes

- Dikke waslaag op de bladeren

- Behaarde bladeren

- Kleine dikke bladeren of stekels

- Soms wateropslag in stengel

- Sterk ontwikkeld wortelstelsel

Aanpassingen bij waterplanten

• Drijvende planten hebben huidmondjes aan de bovenkant
• Ondergedoken bladeren hebben geen huidmondjes
• Stengels zijn slap
• Stengels kunnen luchtkanalen bevatten

Hoeveelheid licht 

Zonneplanten ; Groeien bij veel licht 

Schaduwplanten ; Groeien het best bij weinig licht

Voorjaarsbloeiers ; schaduwplanten die vroeg bloeien