klas 4TL - bij Hfd. 9 - de vergrotende en overtreffende trap
de trappen van vergelijking
- de stellende, vergrotende en overtreffende trap
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
de trappen van vergelijking
- de stellende, vergrotende en overtreffende trap
Slide 1 - Diapositive
't bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord is een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord. bv. : leuke, aardige, lieve, stomme, luie, idiote, schattige, enz.
Slide 2 - Diapositive
de vorm van 't bijvoeglijk naamwoord
Het bijv. nw. in het woordenboek, is de vorm die mannelijk e.v. is.
Om het vrouwelijk te maken, moet je daaraan eenEtoevoegen. Het meervoud maak je door er een S achter te zetten. Als een woord vrouwelijk meervoud is, hoort erES bij.
bv. : le garçon idiot (mnl e.v.)
la fille idiote (vrl. e.v.)
les garçons idiots (mnl. mv)
les filles idiotes (vrl m.v.)
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
de plaats van 't bijvoeglijk naamwoord
In het Frans is het normaal om de bijvoeglijk naamwoordenACHTER het zelfstandig naamwoord te plaatsen. bv:
de moderneschool = l’écolemoderne
de aardigeleraar = le professeur sympathique
de geweldigeleerling = l’élèveformidable
Slide 6 - Diapositive
VOOR het zelfst. nw. komen:
beau-bon- joli
haut -long- petit
jeune- vaste-grand
vieux- mauvais-méchant
autre-nouveau-gros
Slide 7 - Diapositive
het bijvoeglijk nw.
- vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Slide 8 - Diapositive
Vergelijkingen
X is ... er dan Y = plus ... que +
X is even ... als Y = aussi ... que =
X is minder ... dan Y = moins ... que -
Slide 9 - Diapositive
Tim is groot = Tim is groter dan Max = Tim is even groot als Max =
Tim is minder groot dan Max =
Liz is groot =
Liz is groter dan Bo =
Liz is even groot als Bo =
Liz is minder groot dan Bo =
Tim est grand
Tim est plus grand que Max
Tim est aussi grand que Max
Tim est moins grand que Max
Liz est grande Liz est plus grandeque Bo
Liz est aussi grande que Bo
Liz est moins grandeque Bo
Slide 10 - Diapositive
Tim is mooier dan Max
A
Tim est plus beau que Max
B
Tim est aussi beau que Mac
C
Tim est moins beau que Max
D
x
Slide 11 - Quiz
Tim is even mooi als Max
A
Tim est plus beau que Max
B
Tim est aussi beau que Max
C
Tim est moins beau que Max
D
x
Slide 12 - Quiz
Tim is minder mooi dan Max
A
Tim est plus beau que Max
B
Tim est aussi beau que Max
C
Tim est moins beau que Max
D
x
Slide 13 - Quiz
Miranda is even mooi als Diana
A
Miranda est plus beau que Diane
B
Miranda est plus belle que Diana
C
Miranda est moins belle que Diana
D
Miranda est aussi belle que Diana
Slide 14 - Quiz
Marie en Eva zijn mooier dan Eline
A
Marie et Eva sont plus belles qu'Eline
B
Marie et Eva sont aussi belles qu'Eline
C
Marie et Eva sont moins belles qu'Eline
D
Marie et Eva sont plus beaux qu'Eline
Slide 15 - Quiz
Tim en Max zijn minder mooi dan Nick en Tom
A
Tim et Max sont plus beaux que Nick et Tom
B
Tim et Max sont aussi beaux que Nick et Tom
C
Tim et Max sont moins beaux que Nick et Tom
D
Tim et Max sont moins beau que Nick et Tom
Slide 16 - Quiz
Marc is ouder dan Marie
A
Marc est plus vieux que Marie
B
Marc est aussi vieux que Marie
C
Marc est moins vieux que Marie
D
Marc est plus vieille que Marie
Slide 17 - Quiz
Mare is even oud als Vivianne
A
Mare est plus vieille que Vivianne
B
Mare est aussi vieille que Vivianne
C
Mare est moins vieille que Viviane
D
Mare est aussi vieux que Vivianne
Slide 18 - Quiz
Eva en Marc zijn minder oud dan wij
A
Eva et Marc sont plus vieux que nous
B
Eva et Marc sont aussi vieux que nous
C
Eva et Marc sont moins vieux que nous
D
Eva et Marc sont moins vieilles que nous
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Zet het bijvoelijk naamwoord in de overtreffende trap - de grootste Paul est ................. garçon de la classe. (grand)
Slide 23 - Question ouverte
Zet het bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap - het duurste Cette maison (v;ev) est .... du village. (cher)
Slide 24 - Question ouverte
Zet het bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap - het aardigste Eva est .... de mes copines. (sympa)
Slide 25 - Question ouverte
Zet het bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap - de hoogste Ces deux bâtiments (m;mv) sont .... de la ville. (haut)
Slide 26 - Question ouverte
Zet het bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap - de mooiste Ce sont ... chansons (v;mv) de Lady Gaga. (beau)
Slide 27 - Question ouverte
Ce restaurant est ______________ de la France. (het beste)