4H §5 070222

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

4H - 7/2/2022

1. Les devoirs - les exercices jusqu'au 8.3 + 11A
2. Continuation §5

Trappen van vergelijking

- Qu'est-ce que c'est ?
   

Welke Franse woorden gebruik je voor 'meer..dan' - 'minder..dan' - 'even..dan'

Vergelijkingen

X is groter dan Y            =         plus grand que         +

X is even groot als Y     =        aussi grand que       =

X is minder groot dan Y  =    moins grand que      -

Hoe vertaal je het woordje 'dan' naar het Frans in de zin:
Piet is groter dan Jan.

Miranda is even mooi als Diana

1. Miranda est plus beau que Diane
2. Miranda est plus belle que Diana
3. Miranda est moins belle que Diana
4. Miranda est aussi belle que Diana

Marie en Eva zijn mooier dan Eline

1. Marie et Eva sont plus belles qu'Eline
2. Marie et Eva sont aussi belles qu'Eline
3. Marie et Eva sont moins belles qu'Eline
4. Marie et Eva sont plus beaux qu'Eline

Marc is ouder dan Marie

1. Marc est plus vieux que Marie
2. Marc est aussi vieux que Marie
3. Marc est moins vieux que Marie
4. Marc est plus vieille que Marie

Mare is even oud als Vivianne

1. Mare est plus vieille que Vivianne
2. Mare est aussi vieille que Vivianne
3. Mare est moins vieille que Viviane
4. Mare est aussi vieux que Vivianne

Eva en Marc zijn minder oud dan wij

1. Eva et Marc sont plus vieux que nous
2. Eva et Marc sont aussi vieux que nous
3. Eva et Marc sont moins vieux que nous
4. Eva et Marc sont moins vieilles que nous

Hoe maak je in het Frans de overtreffende trap?
Bv de grootste / de knapste

1. Plus + bijvoeglijk naamwoord
2. Super + bijvoeglijk naamwoord
3. Le/La/Les plus + bijvoeglijk naamwoord
4. Moins + bijvoeglijk naamwoord

Zet (grand) in de overtreffende trap -
Paul est (de grootste) garçon de la classe

Zet (cher) in de overtreffende trap
Sa maison est (het duurste) du village.

Zet (sympa) in de overtreffende trap
Eva est (het aardigst) de mes copines.

Ce restaurant est ______________ de la France. (het beste)

1. le plus bon
2. le plus super
3. plus meilleur
4. le meilleur

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap - de hoogste
Ces deux bâtiments (m;mv) sont .... de la ville. (haut)

Zet het bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap - de mooiste
Ce sont ... chansons (v;mv) de Lady Gaga. (beau)

het bijvoeglijk nw. 

- vorm en plaats van 
   het bijvoeglijk naamwoord

de vorm van 't bijvoeglijk naamwoord

Het bijv. nw. in het woordenboek, is de vorm die mannelijk e.v. is.

Om het vrouwelijk te maken, moet je daaraan een E toevoegen. Het meervoud maak je door er een S achter te zetten. Als een woord vrouwelijk meervoud is, hoort er ES bij.

bv. :   le garçon idiot          (mnl e.v.)

           la fille idiote               (vrl. e.v.)

           les garçons idiots   (mnl. mv)

           les filles idiotes        (vrl m.v.)

de plaats van 't bijvoeglijk naamwoord

In het Frans is het normaal om de bijvoeglijk naamwoorden ACHTER het zelfstandig naamwoord te plaatsen.  bv:

de moderne school      =      l’école moderne

de aardige leraar            =     le professeur sympathique

de geweldige leerling  =     l’élève formidable

 VOOR het zelfst. nw.  komen: 

beau - bon - joli

haut - long - petit

jeune - vaste - grand

vieux - mauvais - méchant

autre - nouveau - gros

de trappen van vergelijking

Zet in de vergrotende trap:

1.  Le père sympa 
2. Le petit frère 

3. Le mur orange 
4. Les enfants calmes 

de trappen van vergelijking

Zet in de overtreffende trap:

1.  Le père sympa 
2. Le petit frère joue 

3. Le mur orange 
4. Les enfants calmes

de trappen van vergelijking

Zet in de vergrotende trap: / de Antwoorden

1.  Le père  plus sympa  
2. Le plus petit frère 

3. Le mur plus orange 
4. Les enfants plus calmes

de trappen van vergelijking

Zet in de overtreffende trap: / de Antwoorden

1.  Le père le plus sympa 
2. Le plus petit frère 

3. Le mur le plus orange 
4. Les enfants les plus calmes