BTE 4ms T les 7: herhaling en examenvragen

• Kunst
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Laptop nog dicht. Pen en papier.

Vandaag

-Herhalen Vorm

-Toets en leren

-nieuwe begrippen  Materiaal

-oefenvragen bespreken

-zelfstandig stof herhalen

Lesdoelen

- Ik kan het vormgevingsaspect VORM gebruiken bij een beschrijving van een kunstwerk.

-Ik kan  de textuur van verschillende materialen beschrijven en hoe het zal voelen.

-Ik weet hoe een SE van BTE uitziet en hoe ik hiervoor ga leren.

Checklist:

Het leerdoel is in leerlingentaal geformuleerd.

Het leerdoel is volgens de RTTI-methodiek geformuleerd.

Het leerdoel geeft een omschrijving van de context (inhoud).

Er wordt een werkwoord gebruikt in het leerdoel (gedrag).

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

De condities worden weergeven in het leerdoel (voorwaarden).

Er zijn succescriteria gekoppeld aan het leerdoel (norm

kijk nog even snel: zometeen vragen beantwoorden.

vorm

compositie

ruimte

licht

materiaal/techniek

Hagia Sofia, Instanbul

Voorstelling:

Vormgeving:

VORMGEVING

P.2

Vandaag

Planning theorie

Les 5: 3 okt ---------> oefentoets + herkenbaarheid in kunst afmaken

Les 6: 10 okt------------> Vorm, materiaal  (textuur, structuur, materiaal)

Les 7: 17 okt-----------> Herhaling + examenvragen

Toetsweek: woe 23 okt----> schriftelijke toets: schoolexamen. Woordenboek!

Wat gebruik je om te leren? Samenvatting op Teams + lesson-ups

Toets

1. Voorbereiding: 

-aantekeningen maken in de les 

-planning maken voor leren

2. Leren:

-lesson-ups terugkijken

-begrippen uit samenvatting leren

3. controleren:

-Wat weet ik nog niet?

-oefentoets maken

-laten overhoren door een ander

1. Voorbereiding:

-aantekeningen maken in de les

-planning maken voor leren

2. Leren:

-lesson-ups terugkijken

-begrippen uit samenvatting leren

3. controleren:

-Wat weet ik nog niet? --> nog eens leren

-oefentoets maken

-laten overhoren door een ander

Herhalen vorige week:

                 Open  -  gesloten

Geometrisch  ​ -   Organisch

           Massief   -  hol

enkelvoudig    -   samengesteld

                     2D   -  3D

VORM: deel 2

Steek het juiste aantal vingers op:

1ggg1

?

1.................

2.................

Steek het juiste aantal vingers op:

1. geometrisch

2. organisch

Steek het juiste aantal vingers op:

1. geometrisch

2. organisch

Steek het juiste aantal vingers op:

1. geometrisch

2. organisch

Steek het juiste aantal vingers op:

1. open vorm

2. gesloten vorm

Steek het juiste aantal vingers op:

1. 

enkelvoudige vorm

2. Samengestelde vorm

Steek het juiste aantal vingers op:

1. hol

2. massief

Steek het juiste aantal vingers op:

1. hol

2. massief

Steek het juiste aantal vingers op:

1. open

2. gesloten

Steek het juiste aantal vingers op:

1. 2D

1.    2D

2.     3D

Vorm:  herkenbaarheid en vormsoorten

Abstract ​

Figuratief​

Geabstraheerd​

Gedetailleerd​

Gestileerd​

Schematisch​

naar fantasie

naar waarneming

Open

gesloten

Geometrisch​

Organisch​

Massief

hol

enkelvoudig

samengesteld

2D of 3D

Vorm:  herkenbaarheid en vormsoorten

Abstract ​

Figuratief​

Geabstraheerd​

Gedetailleerd​

Gestileerd​

Schematisch​

naar fantasie

naar waarneming

Open

gesloten

Geometrisch​

Organisch​

Massief

hol

enkelvoudig

samengesteld

2D of 3D

Schrijf op papier: Welke begrippen horen bij dit schilderij?

Vorm:  herkenbaarheid en vormsoorten

Abstract ​

Figuratief​

Geabstraheerd​

Gedetailleerd​

Gestileerd​

Schematisch​

naar fantasie

naar waarneming

Open

gesloten

Geometrisch​

Organisch​

Massief

hol

enkelvoudig

samengesteld

2D of 3D

Schrijf mee: 

4 begrippen: Structuur, textuur, materiaal, stofuitdrukking.

Structuur, textuur en materiaal

Structuur = hoe ziet het oppervlak eruit? 

 Hoe is het samengesteld?

Voorbeeld: Vacht bestaat uit haren, touw bestaat uit draden.

Textuur =  het voelbare  van een oppervlakte. ​

Hoe zou iets voelen, als ik het aan zou raken?

De textuur kan glad, ruw,  grof, zacht, stekelig, harig, bobbelig etc. zijn.​

Materiaal = waar is het van gemaakt? Wat heeft de kunstenaar gebruikt? Hout, glas, verf, steen, stof, papier enzovoort. 

laat hen dit letterlijk overschrijven.

structuur, textuur

Hoe ziet het oppervlak eruit?                 Hoe zal het voelen?     

                                                                                                                 

Gestreept                                                                           harig, zacht

Hoe ziet het oppervlak eruit?   

structuur, textuur, materiaal

Hoe ziet het oppervlak eruit?   

  Hoe zal het voelen?

waar is het van gemaakt?

Wat heeft de kunstenaar gebruikt?

Hoe zal het voelen?

Hier is structuur niet belangrijk. 

Welke materialen zie je?         Hoe zouden deze voelen?

Bij een schilderij/tekening?  STOFUITDRUKKING

Stofuitdrukking is goed gelukt:

Als de texturen heel realistisch zijn nagemaakt.

stofuitdrukking niet goed. Je ziet geen verschil tussen de materialen en kan niet weten hoe het voelt.

extra oefentoets bespreken

vraag 2 + 3

2. (1p) C overall-compositie

3. (1p) Het effect van een overallcompositie is dat je overal moet gaan kijken. Er is geen focuspunt. Alles lijkt even belangrijk.

 

vraag 4

4. (4p) Omcirkel de juiste woorden, streep de foute door.

Dit schilderij is figuratief / geabstraheerd

Dit schilderij statisch / dynamisch

Dit schilderij heeft een kikvorsperspectief / ooghoogteperspectief

Op dit schilderij is sprake van overlapping / afsnijding

vraag 5

5. (1p) Leg uit hoe de voorstelling van dit schilderij laat zien dat je moet genieten van het moment.

Je ziet dat je moet genieten van het moment, omdat het eten op het schilderij beperkt houdbaar is. Als je het een week laat staan, is alles bedorven en niet meer lekker om te eten. Nu is het moment om te genieten van het eten.

6. (2p)  Op afbeelding 1 en afbeelding 2 zie je twee verschillende sculpturen. Zij hebben als overeenkomst dat de voorstelling gaat over ‘verbinding’, verbonden zijn. Leg uit hoe je dat kan zien. 

-Afb 1: de sculptuur bestaat uit een enkelvoudige vorm die rond gaat. Er is geen begin en eind duidelijk omdat het cirkelvormig is. Bij een cirkel is alles verbonden met elkaar.

-Afb 2: Je ziet twee geabstraheerde mensfiguren die een arm om elkaar heen slaan. Op deze manier zijn ze met elkaar verbonden, omdat ze elkaar aanraken.

Vandaag

-Herhalen Vorm

-nieuwe begrippen Materiaal

-oefenvragen bespreken

-zelfstandig stof herhalen

Lesdoelen

- Ik kan het vormgevingsaspect VORM gebruiken bij een beschrijving van een kunstwerk.

-Ik kan de textuur van verschillende materialen beschrijven en hoe het zal voelen.

-Ik weet hoe een SE van BTE uitziet en hoe ik hiervoor ga leren.

Checklist:

Het leerdoel is in leerlingentaal geformuleerd.

Het leerdoel is volgens de RTTI-methodiek geformuleerd.

Het leerdoel geeft een omschrijving van de context (inhoud).

Er wordt een werkwoord gebruikt in het leerdoel (gedrag).

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

De condities worden weergeven in het leerdoel (voorwaarden).

Er zijn succescriteria gekoppeld aan het leerdoel (norm

Wie moet nog in Lesson-up-klas?

Romaissa

Ibtissam

Rafaelia

Hicham

Amina

Mariami

Gokce

Gokce

Viki

FAIJH