Les 2: Presente perfecto

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Diapositive

¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: les en absentie
B. Doornemen: Presente perfecto
C. Oefenen: Presente perfecto
D. Afsluiting 


Después de la clase... 
  • Ken je hoe het Presente Perfecto wordt gevormd in het Spaans, inclusief het gebruik van hulpwerkwoorden 
  • Kan je zinnen identificeren die in de Presente Perfecto zijn geschreven.
  • Kan je de werkwoorden correct kunnen vervoegen in het Presente Perfecto voor verschillende personen



 

Los deberes para la próxima clase:
  1. Leren: VOC 1.1 & 1.2
  2. Maken: Opdracht 13 c en d pagina 18 & 19


Lesprogramma

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Presente de indicativo
Herhaling

Slide 5 - Diapositive

Vervoeg de werkwoorden in Presente de Indicativo:

1. . (trabajar) Yo _______________ en una oficina

A
trabajas
B
trabajo
C
trabajamos
D
trabajan

Slide 6 - Quiz

Vervoeg het werkwoorden in Presente de Indicativo:

2. (escribir)¿Vosotras _______ vuestro apellido con la V o
con la W?

A
escribís
B
escribo
C
escribimos
D
escribes

Slide 7 - Quiz

Vervoeg het werkwoorden in Presente de Indicativo:

3. (beber)El niño ______ mucha leche.

A
bebéis
B
beben
C
bebo
D
bebe

Slide 8 - Quiz

Vervoeg het werkwoorden in Presente de Indicativo:

5. (correr)¡Ustedes _______ mucho!


A
corremos
B
corren
C
corro
D
corréis

Slide 9 - Quiz



Vervoeg het werkwoorden in Presente de Indicativo:

6. (vivir)María ______ en el quinto piso de este edificio.



A
vivo
B
viven
C
vivimos
D
vive

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

De voltooid tegenwoordige tijd
1.  Wat is de presente perfecto?
2. De vorm van de presente perfecto.
3. Wanneer gebruik je presente perfecto?
4. Signaalwoorden.
Presente perfecto

Slide 12 - Diapositive

Presente perfecto
De voltooid tegenwoordige tijd
In het nederlands:

Ik heb een mooi boek gelezen.
Ik ben bij de kapper geweest.

hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Slide 13 - Diapositive

De vorm van de presente perfecto
Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord:
 


ww-ar: stam + ado
ww-er: stam + ido
ww-ir: stam + ido
haber +

Slide 14 - Diapositive

Geef de vorm aan van de Presente perfecto

Slide 15 - Question ouverte

¿Cuándo se usa el Presente Perfecto?
Wanneer gebruik je presente perfecto?

De voltooid tegenwoordige tijd (Presente perfecto)
Om handeling of gebeurtenis aan te duiden die al plaats gevonden heeft, maar die nog relatie heeft met het heden.

Ejemplo:   Esta mañana he desayunado (Vanmorgen heb ik ontbeten)
 Voorbeeld:  Hoy he trabajado (Vandaag heb ik gewerkt)


Slide 16 - Diapositive

Wanneer gebruik je presente perfecto?

Slide 17 - Question ouverte

Woorden waarmee je de Presente Perfecto
kunt herkennen
Signaalwoorden:

Ejemplo: Este año no he ido de vacaciones
Voorbeeld: Dit jaar ben ik niet op vakantie geweest.


Ejemplo: Has estado alguna vez en Amsterdam?
Voorbeeld: Ben je wel eens in Amsterdam geweest?

Slide 18 - Diapositive

De vorm van de Presente perfecto

Slide 19 - Diapositive

¡A practicar!



Maken: Opdracht 8 en 9 a pagina 13

Slide 20 - Diapositive

Hoe maak je de 'presente perfecto'?
A
een vorm van 'haber' + ww + ado/edo
B
een vorm van 'ir' + a + hele ww
C
een vorm van 'haber + stam ww + ado/ido
D
een vorm van 'tener' + a + hele ww

Slide 21 - Quiz

Kies voor de juiste vorm van de Presente perfecto

empezar (ellos, ellas,ustedes)
A
He empezado
B
Han empiezado
C
Habéis empezado
D
Han empezado

Slide 22 - Quiz

Presente perfecto:
Kies de juiste vorm van comer-yo
A
he comido
B
hemos comido
C
has comido
D
habéis comido

Slide 23 - Quiz

Presente perfecto/voltooid tegenwoordige tijd.
VIAJAR -> ELLA
A
viaja
B
ha viajado
C
viajan
D
han viajado

Slide 24 - Quiz

El presente perfecto: Estudiar (ellas)
A
Ha estudio
B
Han estudiado
C
Hemos estudiar
D
Habéis estudiado

Slide 25 - Quiz

De pretérito perfecto:
Kies de juiste vorm van beber, nosotros
A
hemos comido
B
habéis comido
C
has comido
D
han comido

Slide 26 - Quiz

¡A practicar!

Slide 27 - Diapositive

  1. Esta mañana (desayunar, yo) __________________ un café con tostadas. 
  2. Este año (visitar, nosotros) _______________ a nuestra familia. 
  3. Todavía no (probar, ellos) _________________ la comida del nuevo restaurante.  
  4. Hoy (pasar, él) ______________________ algo increíble.
  5. Esta noche no (poder, nosotros) _______________________ dormir nada. 
  6. Ya (comer, yo) _____________________, no tengo hambre, ¡gracias!
  7. ¿Qué vino (pedir, tú) _____________________ al camarero? ¡Yo quiero uno blanco!
  8. Hoy (pasar, él) ______________________ algo increíble.
  9. Esta noche no (poder, nosotros) _______________________ dormir nada.
  10. Esta mañana (levantarse, ellos) _____________________ muy tarde.
Mavo: 
Gebruik Presente perfecto om de werkwoorden te vervoegen.

Slide 28 - Diapositive


Wat heb je van 
deze les geleerd?

Slide 29 - Question ouverte


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Sondage

Huiswerk
Los deberes:
Lezen: VOC 1.2
Leren: VOC 1.1
Maken: Opdracht 13 a en b pagina 15



Slide 31 - Diapositive

¡Hasta la próxima clase!

Slide 32 - Diapositive