4.1 Snelheid - 2

Snelheid  
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Snelheid  

Slide 1 - Diapositive

Opdracht
Bereken de gemiddelde snelheid in m/s voor de volgende situaties. 

a) s = 85 m en t = 12 s.
b) s = 2500 m en t = 3 min
c) s = 4,25 km en t = 4,5 min

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

constante snelheid
constante snelheid:
Op elk moment heeft de snelheid dezelfde grootte en richting.

Eenparige beweging:
Een beweging waarbij de snelheid steeds dezelfde grootte en richting heeft.

Slide 6 - Diapositive

constante snelheid
Video opname van een reiziger op de lopende band

De video maakt 20 beeldjes per seconde.
De tijd tussen 2 beeldjes is dan 1/20 s = 0,05s

Onder het beeld staat de afstand in meter.


Slide 7 - Diapositive

constante snelheid
Je kunt hiervan een tabel maken van de afstand tegen de tijd.



Slide 8 - Diapositive

constante snelheid
Teken nu het  (s,t) diagram.
 
 Afstand(s) tegen de tijd (t)

Slide 9 - Diapositive

Rechtevenredig
Aan de grafiek is te zien dat de reiziger een constante snelheid heeft
.


De grafiek is een rechte lijn door de oorsprong.
Als de tijd 2x zo groot wordt, wordt de afgelegde afstand ook 2x zo groot.
Dit noem je recht evenredig verband

Slide 10 - Diapositive

juist of onjuist
Bij een constante snelheid heeft de snelheid op elk moment dezelfde grootte en richting.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Juist of onjuist
Constante snelheid is niet hetzelfde als een eenparige beweging

A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Juist of onjuist.
De gemiddelde snelheid bereken je door de tijd te delen door de afgelegde afstand.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz



Op de linker tekening zie je een wandelaar die een afstand aflegt.
tussen elke opname zit een seconde. Hoeveel meter heeft de wandelaar na 4 second afgelegd.
A
4,4 meter
B
5,4 meter
C
4,1 meter
D
4,7 meter

Slide 14 - Quiz



Bepaal de snelheid van de wandelaar in meter per seconde.
A
0.74 m/s
B
1,0 m/s
C
1.35 m/s
D
1.5 m/s

Slide 15 - Quiz


In welk diagram is er sprake van een eenparige beweging
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 16 - Quiz


In welk diagram is er sprake van Rechtevenredig verband
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 17 - Quiz

Aan de slag!
Maak opgave 2, 6, 7, 8 en 11

paragraaf 4.1
blz 117-118

Slide 18 - Diapositive