Sixième cours: le 4 à 8 novembre 2024

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook weg.
We overleggen zachtjes binnen de MC als we een vraag hebben.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal.
We letten op in de les.
Tijdens het zelfstandig werken mag je oortjes in of een koptelefoon op

Slide 2 - Diapositive

Zorg ervoor dat het volgende op tafel ligt:
Laptop
Werkboek A
Aantekeningschrift
Etui
Agenda

Start-upslide
Ga naar Itslearning en vul ''Enquête eerste periode Frans'' in.
Deze is te vinden in de planner van week 45 of in content bij periode 2- vragenlijsten, evaluaties,enz.

Klaar?
Log dan alvast in, in Lesson Up.

timer
15:00

Slide 3 - Diapositive

- Terugblik op afgelopen periode
-Vooruitblik op aankomende periode
-Introductie hoofdstuk 2
-Aan de slag met opdrachten uit het boek
We maken opdrachten 1c, 5b en 5c klassikaal  (blz.61 + 62)
Daarna individueel opdrachten 6a,6b,7a, 7b, 8a en 8b (blz.64 +65)
Daarna in duo (in MC) opdracht 8c (blz.65)
-Lesdoelencheck


Huiswerk van afgelopen week:
Geen, want het was vakantie

Lesdoelen:
  1. Ik kan een gesprek begrijpen tussen twee jongeren die iets bestellen op een terras
  2. Ik kan iets bestellen in het Frans 

Huiswerk voor volgende week: 
Apprendre (leren):
Grammatica: lidwoorden en werkwoord ‘’avoir’’ (blz.55)

Vocabulaire A Frans- Nederlands en Nederlands- Frans (blz.92)

Slide 4 - Diapositive

Aankomende toets:

Wanneer?
Wat?
In de week van 13 januari
Épreuve 2: Kennis-, lees- en schrijftoets
Leerstof:
Leerdoelen:
Leren voor Épreuve 2: Lezen/schrijven/vocabulaire/grammatica (kennis-, lees- en schrijftoets)

Grammatica:
lidwoorden en werkwoord ‘’avoir’’ (blz.55)  
le présent (blz.95)
''de ontkenning'' (blz.95)

Phrases clés C en G (blz. 94)

Vocabulaire A, B en F Frans- Nederlands en Nederlands- Frans (blz.92 + 93)
-Ik kan vertellen wat ik wel/niet lekker vind om te eten en te drinken
-Ik kan iets over mezelf vertellen
-Ik kan iets bestellen op een terras
-Ik kan iets kopen  
-Ik kan woorden die te maken hebben met eten en drinken gebruiken
-Ik kan woorden die te maken hebben met winkelen gebruiken
-Ik kan de ontkenning gebruiken
-Ik kan de lidwoorden gebruiken
-Ik kan het werkwoord hebben gebruiken
-Ik kan de werkwoorden op –er in de tegenwoordige tijd gebruiken

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

le croissant
la boulangerie
manger
le café
la confiture
le restaurant
la baguette
Bon appétit

Slide 8 - Question de remorquage

Exercice 5b,p.61)

Slide 9 - Diapositive

Exercice 5b,p.61

Slide 10 - Diapositive

Exercice 5c,p.64

Slide 11 - Diapositive

Exercice 5c,p.64
Nee, Lucas had zich vergist en zegt ook nog sorry: «Quoi? Tu as la glace au chocolat non?» / «Oups…Pardon!»
Lucas
Nee, want Lucas dacht dat hij dat ijsje had besteld. Bovendien kan Mila moeilijk boos zijn, want zij stond te kletsen met een vriendin terwijl Lucas op haar wachtte.

Slide 12 - Diapositive

(p.64)

Slide 13 - Diapositive

(p.65)

Slide 14 - Diapositive

Au travail !
Quoi? (wat)
Faire exercices 6a,6b,7a,7b,8a en 8b (p.64 + 65)
Avec qui? (met wie)
Individuellement (alleen/individueel)
Besoin d'aide? (hulp nodig)
-Utilise (gebruik) page 92
Temps? (tijd)


Résultat? (resultaat)
Tu auras pratiqué avec le vocabulaire A du chapitre 2
Fini? (klaar)
Apprends 
le grammaire du chapitre 1 (p.55)
le vocabulaire A du chapitre 2 (p.92)
timer
25:00

Slide 15 - Diapositive

Exercice 8c (p.65)

Slide 16 - Diapositive

Au travail !
Quoi? (wat)
Faire exercice 8c (p.65)
Avec qui? (met wie)
en duo
Besoin d'aide? (hulp nodig)
-Utilise (gebruik) page 92 + 93
-pose les questions à la prof ou à ton MC
Temps? (tijd)


Résultat? (resultaat)
Tu auras pratiqué avec le vocabulaire A du chapitre 2 et les mots masculins et féminins
Fini? (klaar)
Apprends 
le grammaire du chapitre 1 (p.55)
le vocabulaire A du chapitre 2 (p.92)
timer
5:00

Slide 17 - Diapositive

Exit-ticket
1. Waar ging het gesprek over op p.63? Kan je dit in 20 woorden in het Nederlands uitleggen?
2. Vertaal de volgende zinnen naar het Frans:
- Goedendag meneer, de kaart alstublieft
-Ik neem een cola en een sandwich
-Meneer,  waar zijn de  toiletten?
-Meneer? De rekening alstublieft

Huiswerk van afgelopen week:
Geen, want het was vakantie

Lesdoelen:
  1. Ik kan een gesprek begrijpen tussen twee jongeren die iets bestellen op een terras
  2. Ik kan iets bestellen in het Frans 

Huiswerk voor volgende week: 
Apprendre (leren):
Grammatica: lidwoorden en werkwoord ‘’avoir’’ (blz.55)

Vocabulaire A Frans- Nederlands en Nederlands- Frans (blz.92)
timer
10:00

Slide 18 - Diapositive