HERHALING Zwakke werkwoorden vervoegen
1 / 19
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat moet je van een werkwoord af halen om de stam te krijgen?
A
(e)n
B
n
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Vidéo
Wat is de stam van "radeln"?
Slide 4 - Question ouverte
Hoe kennen wij het ezelsbruggetje "esttenten" ook wel?
Slide 5 - Question ouverte
Lea (wohnen)__________
Slide 6 - Question ouverte
Een rijmpje:
Eindigt de stam op een d of een t, begint de uitgang altijd met een ...
Eindigt de stam op een d of een t, begint de uitgang altijd met een ...
Slide 7 - Question ouverte
Bij een stam op een s-klank krijg je bij de du-vorm alleen een ... als uitgang.
(in plaats van st)
(in plaats van st)
Slide 8 - Question ouverte
Bij welke persoon verandert de uitgang als de stam van het werkwoord eindigt op een s-klank?
A
ich
B
du
C
er/sie/es
D
ihr
Slide 9 - Quiz
Welke letter komt er voor de uitgang van werkwoorden op -d/-t te staan bij du, er/sie/es en ihr?
Slide 10 - Question ouverte
ich (spielen)
A
spielen
B
spiele
C
spiel
D
spielene
Slide 11 - Quiz
Wat is de stam van "reden"?
Slide 12 - Question ouverte
Wat is de stam van "spielen"?
Slide 13 - Question ouverte
Zwakke werkwoorden - herhaling grammatica
stam
stam eindigt op -d/-t
stam eindigt op sis-klank
volledig werkwoord
minus -en
du arbeitest
uitgangen voor du/er,sie,es/ihr
met extra e
du wartest
ihr wartetwohn
reisen
uitgang zonder s bij du
warten
du weißt
heißen
Slide 14 - Question de remorquage
Theo (tanzen) .........
Slide 15 - Question ouverte
Jasmin (reden) ..........
Slide 16 - Question ouverte
Du (tanzen) ..........
Slide 17 - Question ouverte
wir (wohnen) ..........
Slide 18 - Question ouverte
du (reden) ..........
