Thema 3 - 31 januari 2024

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 2

2MK2

31. Januar 2024

Was machen wir heute?

Planner It's Learning	5 Minuten
Neue Grammatik	15 Minuten
An die Arbeit	20 Minuten
Wörter üben	10 Minuten
An die Arbeit	20 Minuten
Abschluss	10 Minuten

Planner It's Learning

Neue Grammatik

Het zwakke werkwoord - Seite 17

Stap 1 - Stam maken:
Hoe maak je de stam van een werkwoord?

1. Hele werkwoord - en
2. Hele werkwoord + en
3. Stam - en
4. Stam + en

Wat is stap 2?

1. uitgang achter de stam
2. onderwerp in de zin zoeken?

Nieuwe stap! - Stap 3:

Bij welke groep hoort dit werkwoord?

• Basisregel (alles waarbij de stam niet op een -d, -t of s-klank eindigt)
• Stam op -d / -t
• Stam op s-klank 

Stap 4 - uitgang achter de stam: Welke uitgang hoort bij welk persoonlijk voornaamwoord? Sleep de blauwe vakjes naar de rode.

ich

du

er / sie / es

wir

ihr

sie / Sie

st

t

en

t

en

e

Nieuwe grammatica!

Pak er een markeerstift bij!

Stam -d of -t

Stam maken en onderwerp in de zin zoeken blijven hetzelfde. 

Er zijn 3 uitzonderingen met de uitgang wanneer de stam op een -d of -t  eindigt. Bekijk de tabel hiernaast goed.

• Wat is er anders?
• Bij du, er/sie/es en ihr komt er een extra -e- tussen de stam en de uitgang. De uitgangen blijven hetzelfde. 
• Waarom zou dat anders zijn?
• Duitsers kunnen het woord anders niet goed uitspreken.

Pers. vnw	basisregel	stam op -d of -t
ich	e	e
du	st	e st
er/sie/es	t	e t
wir	en	en
ihr	t	e t
sie/Sie	en	en

Stam op s-klank

Stam maken en onderwerp in de zin zoeken blijven hetzelfde. 

Er is 1 uitzondering met de uitgang wanneer de stam op een s-klank eindigd.. Bekijk de tabel hieronder goed.

• Wat is er anders?
• Bij du komt er alleen een t als uitgang.
• Waarom zou dat anders zijn?
• De stam eindigt al op een s-klank, dus hoeft er geen extra s bij te komen.
• Wat zijn s-klanken?
• S - SS - ß - SCH - Z - X

Pers. vnw	basisregel	stam op s-klank
ich	e	e
du	st	t
er/sie/es	t	t
wir	en	en
ihr	t	t
sie/Sie	en	en

Zwakke werkwoorden
Kies de juiste vorm van het werkwoord in:
(spielen) wir ...

1. spiele
2. spielst
3. spielt
4. spielen

Zwakke werkwoorden
Kies de juiste vorm van het werkwoord in:
(warten) du ...

1. warte
2. wartest
3. wartet
4. warten

Zwakke werkwoorden
Kies de juiste vorm van het werkwoord in:
(reisen) Sie ...

1. reise
2. reist
3. reisen

Zwakke werkwoorden
Kies de juiste vorm van het werkwoord in:
(machen) ich ...

1. mache
2. machst
3. macht
4. machen

Zwakke werkwoorden
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
(wohnen) ich ...

Zwakke werkwoorden
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
(arbeiten) er ...

Zwakke werkwoorden
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
(reden) ihr ...

Zwakke werkwoorden
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
(tanzen) du ...

Hoe goed begrijp je de zwakke werkwoorden?

😒🙁😐🙂😃

An die Arbeit

1. M. Seite 18 
2. Kies zelf welke blz. je gaat maken. Ben je klaar, dan kies je een nieuwe blz. 

Minimaal 4 blz. af aan het einde van de les.

Geen andere grammatica (blz. 19 t/m 29)

Wörter üben met Blooket

An die Arbeit

1. M. Seite 18 
2. Kies zelf welke blz. je gaat maken. Ben je klaar, dan kies je een nieuwe blz. 

Minimaal 4 blz. af aan het einde van de les.

Geen andere grammatica (blz. 19 t/m 29)

Abschluss

1. Wiederholung zwakke werkwoord:

• Stap 1 t/m 4?
• Hoe noemen we de 3 groepen?
• Wat is het ezelsbruggetje?

Bis nächste Woche!