TV 2T H3 Volt. dw als bijv. naamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Een bijvoeglijk
naamwoord is....

Tekst

Zelfstandig naamwoord

Bijv. naamwoord

huisarts

wit

fiets

groot

duur

jong

nieuw

oma 

interessant

klaslokaal

Vul het goede bijv. naamwoord in.
(vergroten) De ..... foto's zijn mooi.

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

1. Bijv. nw. zegt iets over het zelfst. nw.
2. de, het, een
3. Dat zijn namen van mensen, dieren, dingen, (plaats)namen.

4.6 Bijvoeglijk naamwoord (uitbreiding)

We hebben geleerd dat een bijv. nw. voor het znw. staat waar het iets over zegt:

De rode auto

Het kleine meisje

De nieuwe Playstation

4.6 Bijvoeglijk naamwoord (uitbreiding)

Ook hebben we geleerd dat een bijv. nw. iets zegt over een znw. Dit kan ook als het bijv. nw. erachter staat (zoals bij een naamwoordelijk gezegde).

De auto is rood.

Het meisje is klein.

De Playstation is nieuw.

Vul een stoffelijk bijv. naamwoord in.
De ..... vaas.

0

Bijvoeglijk naamwoord

meestal

eindigt het op een -e 

de blauwe trui                                   het dikke boek                      de kale kop 

Materiaal

Als het bijvoeglijk naamwoord aangeeft van welk materiaal het is gemaakt, dan schrijf je er altijd -en achter. 

de houten stoel                     de gouden ring                               de wollen trui. 

Ik kan de bijvoeglijke naamwoorden goed spellen.

1. ja
2. met hulp
3. soms
4. snap er niks van

Wat weet je al?

bijvoegelijk naamwoord:

 zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

voltooid deelwoord:

vorm van een werkwoord

Doel

Na deze les kan je van een voltooid deelwoord 

een bijvoegelijk naamwoord maken.

Voltooid deelwoord als bijv naamwoord

Voorbeelden: 

Ik heb de foto's vergroot (voltooid deelwoord ) 

De vergrote foto's ( gebruikt als bijvoeglijk naamwoord ) 

Ik heb koffie gezet (voltooid deelwoord)

De gezette koffie (gebruikt als bijvoeglijk naamwoord)

hoor je 'gemaakte'?

je weet dan: volt dw als bijv nw gebruikt!

Regel: schrijf het zo kort mogelijk!

(maar soms iets langer i.v.m. de uitspraak)

Het vliegtuig is geland.

Het gelande vliegtuig.

maar.... de gezette koffie!

volt. dw / bijv. nw

Zwakke werkwoorden

Het bijvoegelijk naamwoord schrijf je zo kort mogelijk op.

Denk hierbij wel aan de spellingsregels (dubbele medeklinker of klinker weglaten)!!!

De drenkeling is gered - De geredde drenkelijk

De prijzen zijn verloot - De verlote prijzen

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

De hond is uit de tuin verjaargd - de verjaagde hond

Het contact is verwaterd - Het verwaterde contact 

De man is verbaasd - De ............... man

De vrouw is teleurgesteld - De ..................... vrouw

Een voltooid deelwoord eindigt altijd op een d

1. Waar
2. Niet waar

Kies de juiste vorm:

De buurman heeft zijn spullen ......

1. Verhuist
2. Verhuisdt
3. Verhuisd
4. Geverhuist

Vul het voltooid deelwoord in:
Er is deze week veel ...........(gebeuren)

1. gebeurt
2. gebeurdt
3. gebeurd
4. gebeurde

Vul het voltooid deelwoord in:
Het vliegtuig is veilig .......(landen)

1. gelandt
2. gelant
3. geland
4. gelanden

Is het lesdoel behaald?
Zo nee...wat vind je nog moeilijk?