Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord
Nederlands
LessonUp.com
1 / 25
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
25 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nederlands
LessonUp.com
Slide 1 - Diapositive
Werkwoordspelling
Eens kijken wat jullie nog weten.
Slide 2 - Diapositive
Wat is de stam van een werkwoord?
A
Het hele werkwoord - en voorbeeld: verbazen > verbaz
B
De ik-vorm van een werkwoord. voorbeeld: verbazen > verbaas
Slide 3 - Quiz
Wat is de stam van durven
A
durf
B
durv
Slide 4 - Quiz
Maak de stam van 'niezen'.
Slide 5 - Question ouverte
Aan de persoonsvorm kan je zien of de zin in de tegenwoordige tijd staat of in de verleden tijd.
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quiz
Wat is de juiste spelling van de persoonsvorm ENKELVOUD in de VERLEDEN TIJD?
A
vergiste
B
vergisten
C
vergistte
D
vergistten
Slide 7 - Quiz
Voltooid deelwoord
Géén persoonsvorm!
Begint vaak met
ge
-,
be
-,
ver
-, of
ont
-.
We hebben elkaar
gezien
.
We hebben elkaar
begroet
.
We hebben elkaar
verblijd
.
We hebben elkaar
ontmoet
.
Slide 8 - Diapositive
Voltooid deelwoord
Hoe weet je of het +t of +d is?
‘t k
o
fsch
i
p
Slide 9 - Diapositive
'
t k
o
fsch
i
p
Als je de
stam
hebt van een woord, kijk je naar de laatste letter.
Als die letter in ‘t kofschip zit, krijg je
+ t
als uitgang.
Zit de laatste letter er niet in, krijg je
+d
als uitgang.
Ik heb gisteren mijn slaapkamer (stofzuigen).
stofzuigen > stofzui
g
en
g is geen medeklinker in ‘t kofschip
Ik heb gisteren mijn slaapkamer
gestofzuigd
Slide 10 - Diapositive
Waar herken je een voltooid deelwoord aan?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het voltooid deelwoord van:
beloven
Slide 12 - Question ouverte
Wat is het voltooid deelwoord van: (schaatsen)?
Slide 13 - Question ouverte
Klinkerbotsing
Eisen > voltooid deelwoord?
ge- ervoor >
geeist
.
zet een trema op de plaats waar de klank verandert:
geëist
Slide 14 - Diapositive
Klinkerverdubbeling
–a, -o, -u of –e (lange klank) aan het einde.
Judoën > voltooid deelwoord?
ge+judo+d >
gejudod
Voeg een extra klinker toe om de uitspraak kloppend te houden.
gejudood
Slide 15 - Diapositive
Wat is het voltooid deelwoord van: kano?
Slide 16 - Question ouverte
Wat is het voltooid deelwoord van: echo?
Slide 17 - Question ouverte
Bijvoeglijke naamwoorden
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Een bijvoeglijk naamwoord eindigt bijna altijd op een -e.
de
mooie
koe
het
dikke
varken
de
leuke
jongen
het
mooie
meisje
Slide 18 - Diapositive
Bijvoeglijke naamwoorden
Werkwoorden (voltooid deelwoorden) kunnen ook bijvoeglijk naamwoorden zijn.
de
gemaakte
afspraak
de
overbelichte
foto
de
beantwoorde
vraag
Slide 19 - Diapositive
De regels
Persoonsvorm t.t.
Persoonsvorm v.t.
Volt. dw.
bijv. nw.
Ik
…jij?
ik-vorm
Ik-vorm+de
Ik-vorm+te
't kofschip
zo kort mogelijk
Jij ...
ik-vorm + t
Ik-vorm+de
Ik-vorm+te
Hij/zij/het
ik-vorm + t
Ik-vorm+de
Ik-vorm+te
Wij/jullie/zij
infinitief
Ik-vorm+den
Ik-vorm+ten
u
ik-vorm + t
Ik-vorm+de
Ik-vorm+te
Slide 20 - Diapositive
Bijvoeglijke naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoorden schrijven we altijd
zo kort mogelijk.
Hij
vergrootte
de foto.
(pv. vt.)
De foto werd
vergroot
.
(volt. dw.)
De
vergrote
foto.
(bijvoeglijk naamwoord)
De lantaarns
verlichtten
de straat.
(pv. vt.)
De straat werd
verlicht
.
(volt. dw.)
De
verlichte
straat.
(bijvoeglijk naamwoord)
Slide 21 - Diapositive
Bijvoeglijke naamwoorden
Een volt. dw. als bijv. nw. gebruikt, heeft altijd één t of één d!
Hij verlootte de cadeaus. De verlote cadeaus.
In een open lettergreep komen nooit twee klinkers.
De plantjes worden gepoot. De gepote plantjes
Na een korte klinker verdubbelen we de volgende medeklinker.
De tuin wordt netjes omgespit. De omgespitte tuin.
Bij sterke werkwoorden zijn volt. dw. en bijv. nw. hetzelfde
De jongen is gevallen. De gevallen jongen.
Slide 22 - Diapositive
Welk woord past in de opening?
Het ... (kneden) deeg ligt te rusten.
A
gekneedde
B
gekneede
C
geknede
Slide 23 - Quiz
Hoe schrijf je het woord in de opening?
Het vliegtuig landde veilig. Het ... (landen) vliegtuig.
Slide 24 - Question ouverte
Opdrachten maken
Studiemeter: Lesmateriaal Starttaal Online > 3F > Taalverzorging > werkwoordspelling
Slide 25 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Bijvoeglijk naamwoorden + Engelse werkwoorden
Novembre 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
groep 8 werkwoord spelling cito
Octobre 2024
- Leçon avec
44 diapositives
nederlands
Primary Education
Herhaling Spelling 2
Janvier 2019
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
groep 7 werkwoordcito oefenen
Mars 2023
- Leçon avec
35 diapositives
nederlands
Primary Education
T2 Spelling volt dw bijv gebruikt
Février 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
T2 Spelling volt dw bijv gebruikt
Septembre 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
2KGT - H4.5 Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Mai 2020
- Leçon avec
15 diapositives
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Werkwoordspelling les 2 (nakijken pv vt en tt, uitleg volt. dw. en bijv. nw.)
Mars 2020
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3