- Bij een bijzin staat het
onderwerp en de persoonsvorm uit elkaar (of je kan er het woordje 'niet' tussen plaatsen).
- Je leert 4 soorten bijzinnen: lijdendvoorwerpszin, onderwerpszin, meewerkend voorwerpszin en gezegdezin.
- Je leert dus dat de bijzin een lijdend voorwerp, een onderwerp, een meewerkend voorwerp of een naamwoordelijk gezegde kan zijn.