Kapitel 1 - Salzburg/Rugen-Lübeck - Introduktion + Lektion 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

Kapitel 1 - Rügen-Lübeck/Salzburg - Introduktion

Heute

1. Introduktion

2. Hausregeln

3. Lernziele

4. Auffrischungsaufgaben

5. Abschluss der Stunde 

6. Ausblick zu nächster Stunde

Studiewijzer (Magister Me)

- Planning 

- Leerdoelen

- Aufgaben --> Na Klar!

- Leerstof

- Inleverpunten voor opdrachten en feedback

Wortschatzprüfung

Twee momenten per periode. Zie Planung in Magister Me. 

Na Klar!

Lesmethode 

Boek (Gebruiken we tijdens de les)

Online: Opdrachten/Luisterfragmenten/

Extra oefeningen/Leerstof (oefenen)

Hausaufgaben: 

Heb je opdrachten niet af gekregen. Dan maak je deze in Na Klar! af. Deze laat je daarna aan de docent zien.

Introduktion - Die Deutsche Sprache und Kultur

Schrijf op de verschillende kleuren post it's op wat je al weet/kent.

Roze = De Duitse taal

Geel = Duitsland

Groen = Oostenrijk

Oranje = Zwitserland

Aan het eind inventariseren we jullie uitkomsten. 

Dit wil ik graag leren tijdens de lessen Duits:

Ik verwacht van de docent dat ...

Ik verwacht van mijn medeleerling(en) dat ...

Luisteren

- uitleg/instructie

- naar elkaar

Spullen voor elkaar

Etui, oordopjes & PLENDA

Er kan maar één iemand tegelijk praten.

Vraag? Steek je vinger op. 

Geen jas in de klas.

Je laptop gebruik je alleen als de docent dat vraagt. 

Telefoon bij binnenkomst in de bak. 

Lernziele HAVO

- Je weet meer van de stad Salzburg.

- Je kent nieuwe Duitse woorden. 

- Je kunt de hoofdlijnen begrijpen van een tekst op een website. 

Lernziele VWO

- Je weet meer over de stad Lübeck en het eiland Rügen. 

- Je kent nieuwe Duitse woorden. 

- Je kunt de hoofdlijn begrijpen van een tekst op een website. 

Auffrischungsaufgaben

HAVO

Aufgabe 3, 4, 7 und 14

VWO 

Aufgabe 1 bis zum 5 

Fertig? Oefen met de woordtrainer online. 

Abschluss der Stunde

Welke lesdoelen heb je behaald en welke niet? 

Wat kun je nog doen om deze lesdoelen wel te behalen? 

Nenne mindestens ein neues deutsches Wort was du heute gelernt hast.

Nenne mindestens ein Fakt über Rügen-Lübeck oder Salzburg.

Ausblick zu nächster Stunde

- Je kunt de voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.) gebruiken. 

Kapitel 1 - Lübeck-Rügen/Salzburg - Lektion 1

Heute

- Unterrichtsziele

- Wiederholung

- Erklärung Grammatik A

- An die Arbeit 

- Abschluss der Stunde 

- Ausblicken zu nächster Stunde

Unterrichtsziele

- Je kunt de voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.) gebruiken. 

Wiederholung

Beantworte folgende Fragen über Rügen-Lübeck und Salzburg.

Mozart ist in Salzburg geboren.

1. Richtig
2. Falsch

Welcher Oper hat Mozart komponiert?

1. Der Fliegende Holländer
2. Figaros Hochzeit
3. Hänsel und Gretel
4. Die Zauberflöte

Welcher Fluss fließt durch Salzburg?

1. Die Donau
2. Die Oder
3. Die Salzach
4. Die Weser

Salzburg liegt in ...

1. Deutschland.
2. Österreich.
3. der Schweiz.

Lübeck ist eine Hansestadt.

1. Richtig
2. Falsch

Wo in Deutschland liegt die Insel Rügen?

1. Nordosten
2. Nordwesten
3. Südosten
4. Südwesten

In welcher See liegt Rügen?

1. In der Nordsee
2. In der Ostsee

In welchem Bundesland liegt Lübeck?

1. Niedersachsen
2. Mecklenburg-Vorpommern
3. Schlweswig-Holstein

Erklärung Grammatik A: Das Perfekt

De voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.) 

Bestaat uit: De juiste vorm van haben of sein + het voltooid deelwoord

Hoe vormde je ook alweer het voltooid deelwoord?

Hoe vervoeg je de werkwoorden haben + sein? 

Het voltooid deelwoord vorm ik volgens de volgende regel:

Wisst ihr es noch? Die Verben haben und sein.  

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

Wisst ihr es noch? Die Verben haben und sein.  

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

Grammatik A: Das Perfekt

De voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.)

Bestaat uit: De juiste vorm van haben of sein + het voltooid deelwoord

sein

Gebruik je in de v.t.t. met werkwoorden die een beweging aangeven. 

Ich bin geschwommen.

haben

Gebruik je in de v.t.t. met de rest van de werkwoorden. 

Ich habe geschlafen. 

Grammatik A: Das Perfekt

De voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.)

Bestaat uit: De juiste vorm van haben of sein + het voltooid deelwoord

Werkwoorden met voorvoegsel: scheidbaar en niet-scheidbaar

Bij het voltooid deelwoord zet je dan ge- tussen het voorvoegsel en de stam.

Scheidbaar:             abholen       Ich habe dich ab-ge-holt.       Ik heb je opgehaald. 

Niet-scheidbaar:   besuchen    Ich habe ihn besucht.               Ik heb hem bezocht. 

Lees ook nog eens de uitleg in Handbuch 01, 02, 05, 08, 09 en 43. 

An die Arbeit

Was? HAVO: Aufgaben 8 bis zum 11 / VWO: Aufgaben 6 bis zum 8 + 11

Wie? Individuell oder zu zweit. 

Hilfsmittel? Handbuch 08, 09, 43

Ergebnis? Je kunt de voltooid tegenwoordige tijd gebruiken. 

Fertig? Oefen met de grammaticatrainer (Versterk jezelf) online. 

Nachher schauen wir zusammen nach. 

Abschluss der Stunde

Welke lesdoelen heb je behaald en welke niet? 

Wat kun je nog doen om deze lesdoelen wel te behalen? 

Waaruit bestaat de voltooid tegenwoordige tijd?

Wat is het verschil tussen scheidbare en niet-scheidbare werkwoorden?

Noem minstens één voorbeeld van een voltooid tegenwoordige tijd.

Ik kan de voltooid tegenwoordige tijd gebruiken.

Ja

Nein

Jein

Ausblick zu nächster Stunde

VWO

- Je kent nieuwe Duitse woorden. 

- Je kunt een brief of e-mail begrijpen. 

- Je kunt de a-ä, o-ö, u-ü en ß uitspreken. 

- Je kunt een songtekst over Rügen begrijpen.

HAVO

- Je kunt de a-ä, o-ö, u-ü en ß uitspreken. 

- Je kent nieuwe Duitse woorden. 

- Je kunt een songtekst lezen. 

- Je kunt informatie vinden en begrijpen uit alledaags materiaal.