T2 Maatwerk

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Plurals

Plural (meervoud)

De meeste woorden in het Engels zet je in het meervoud door er een -s achter te zetten:

One arm, two arms

One toe, two toes

One phone, two phones

One kid, two kids

Plural (meervoud)

Er zijn 4 uitzonderingen waarbij je niet een -s mag plaatsen; eindigt het woord op:

1.     -y dan wordt dit in het meervoud -ies:  baby - babies, lady -ladies.
2.     s-klank, dan wordt dit in het meervoud -es: lunch - lunches,                   kiss - kisses.
3.     -o, dan wordt dit in het meervoud -es: potato - potatoes,                           tomato -  tomatoes.
4. -fe, dan wordt dit in het meervoud -ves: wife - wives, knife - knives
   

Plural (meervoud)

Er zijn ook een aantal woorden waarvoor geen regel bestaat om ze in het meervoud te zetten. Deze moet je uit je hoofd leren!

foot - feet

tooth - teeth

man - men

woman - women

postman - postmen

child - children

mouse - mice

sheep - sheep

goose - geese

fish - fish

video - videos

piano - pianos

radio - radios

Much, Many

Hoe zat dat ook alweer? wanneer gebruik je much? wanneer gebruik je many? 

Much/many

Much/many   =   veel

much:  bij ontelbare dingen / enkelvoud     

I have much money in my wallet.

many:  bij telbare dingen / meervoud             

I have many books at home.

Present perfect 

Form	have / has + voltooid dw - verb + ed - 3de rijtje onregelmatige ww
When to use it?	- acties die in het verleden zijn begonnen en die nu nog doorlopen/ waarvan je nu resultaat van merkt -Als je wilt zeggen dat iets is gebeurd en niet belangrijk wanneer het is gebeurd.
Signaalwoorden	For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since (FYNE JAS)

Jordan moved into this apartment in 2005. ( present perfect: live, since)

Ellen and Rose met each other 40 years ago. ( present perfect: know, for)

Robbie grew a beard six months ago. ( present perfect: have, for)

Present perfect negative:
Matthew is waiting on the corner for his girlfriend but she ____ yet. (arrive)

Present perfect negative:
My brother lives in a different country I ____ him for two years. (see)

Present perfect negative:
It is only 8:45. The class ____ yet.. (start)

Present perfect:
Mr and Mrs Tonner ___ married for 10 years. (be)

Present perfect:
You are late! The class ___ already ____ (start)

Present perfect:
We ____ in that restaurant several times. (eat)

Much or many?
food

1. much
2. many

Much or many?
tomatoes

1. much
2. many

Much or many?
people

1. much
2. many

Much or many?
pictures

1. much
2. many

much or many?
information

1. much
2. many

Much or many?
sugar

1. much
2. many

Much or many?
children

1. much
2. many

Much or many?
oranges

1. much
2. many

Much or many?
secrets

1. much
2. many

Onregelmatige werkwoorden:
zijn - was/waren - geweest

Onregelmatige werkwoorden:
worden - werd - geworden

Onregelmatige werkwoorden:
beginnen - begon - begonnen

Onregelmatige werkwoorden:
komen - kwam - gekomen

Onregelmatige werkwoorden:
doen

Onregelmatige werkwoorden:
worden - werd - geworden

Onregelmatige werkwoorden:
doen - deed- gedaan

Onregelmatige werkwoorden:
hebben - had - gehad

Place of the adverb

Bijwoord geeft aan hoe iets gebeurt ( hoe snel, hoe vaak, hoe mooi) Bijvoorbeeld: never, always, ever, only, also, already

Deze bijwoorden komen meestal voor het hoofdwerkwoord

She has never been  here before.

Have you ever seen an elephant up a tree?

I have only heard the song once.