M2 - meervouden - much/many - present perfect

Welcome
Today we will look at the grammar for Unit 5 (lessons 1-3)
  • Meervouden - plurals
  • Veel en weinig - much / many
  • Voltooid tegenwoordige tijd - present perfect
Ga naar lessonup.com en voer de leerling PIN code in
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welcome
Today we will look at the grammar for Unit 5 (lessons 1-3)
  • Meervouden - plurals
  • Veel en weinig - much / many
  • Voltooid tegenwoordige tijd - present perfect
Ga naar lessonup.com en voer de leerling PIN code in

Slide 1 - Diapositive

Meervouden
  1. +s                  book/books, bicycle/bicycles, friend/friends
  2. +es               fish/fishes, class/classes, watch/watches
  3. y -> ies        party/parties, lady/ladies, trolly/trollies
  4. o -> oes      tomato/tomatoes, echo/echoes (maar photo/photos)
  5. f -> ves        wife/wives, leaf/leaves, dwarf/dwarves
  6. Onregelmatige meervouden
    child/children                       foot/feet
    mouse/mice                          sheep/sheep
    tooth/teeth

Slide 2 - Diapositive

Wat is het meervoud van:
table
A
tabloes
B
tabls
C
tables
D
tablies

Slide 3 - Quiz

Wat is het meervoud van:
bus
A
busses
B
buses
C
buss
D
busis

Slide 4 - Quiz

Wat is het meervoud van:
hero
A
heros
B
hereos
C
heroos
D
heroes

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van:
elf
A
elves
B
elfs
C
elvs
D
elfes

Slide 6 - Quiz

Much and many = veel
Much voor woorden die je niet kunt tellen.
Much time, much money, much food

Many voor woorden die je wel kunt tellen.
Many chairs, many minutes, many coins

Slide 7 - Diapositive

tables
coffee
children
rain
bicycles
much
much
many
many
many

Slide 8 - Question de remorquage

Voltooid tegenwoordige tijd
Je gebruikt de present perfect als iets in het verleden is gebeurd, maar het is niet zo belangrijk wanneer.
  • I have done my homework
  • She has cycled to school all the time
  • We have finished the party decorations

have / has + voltooid deelwoord
(ww + -ed of derde rijtje onregelmatige werkwoorden)

Slide 9 - Diapositive

Maak de voltooid tegenwoordige tijd:
The girl ______(paint) a picture.

Slide 10 - Question ouverte