4.2 De Romeinse samenleving

4.2 De Romeinse samenleving
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
geschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

Éléments de cette leçon

4.2 De Romeinse samenleving

Slide 1 - Diapositive

Vesuvius en de stad Pompeï
Waarom betekende de verwoesting van Pompeï een buitenkansje voor archeologen?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Bloeiende economie
Welke drie oorzaken voor de bloeiende Romeinse economie worden hier afgebeeld?
Welke visie hadden aristocraten op rijke handelaren?

Slide 4 - Diapositive

Er werd veel graan ingevoerd uit Egypte
Waarom werd de havenstad Ostia steeds belangrijker?

Slide 5 - Diapositive

Is de Romeinse villa naar binnen of naar buiten gericht?

Slide 6 - Diapositive

Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana. 
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat valt je op aan dit plaatje over een Romeins diner?

Slide 9 - Diapositive

Wat betekent cliëntela. Waarom was dit nodig en belangrijk in Rome?

Slide 10 - Diapositive








Dit is insula, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insula waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insula klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.

Slide 11 - Diapositive

Eten afhalen is niet alleen iets van onze tijd!
Klopt deze zin: "De Romeinen hadden geen keuken."

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Gevolgen van de oorlogen en de veroveringen. 
Latifundia. op het platteland
Groei van de stad Rome, met name door de toename van de proletariërs
Leg uit dat beide plaatsen verband houden met elkaar

Slide 15 - Diapositive


Brood en spelen

Panem et circenses, oftewel 'brood en spelen'. Rijke Romeinen hadden snel in de gaten dat het gewoon volk, plebejers en proletariërs, rustig blijft zolang het maar wat te eten heeft en/of zich niet gaat vervelen.

Het volk kreeg dus 'brood' en 'spelen' in het Colosseum.
Welke twee redenen hadden rijke Romeinen om het volk 'brood en spelen' te geven?

Slide 16 - Diapositive

Het ziet er allemaal erg spectaculair uit, maar dit schilderij heeft niet zoveel met de werkelijkheid te maken. Het is een zwaar geromantiseerd beeld uit de 19e eeuw, ongeveer 1500 jaar na de val van het Romeinse Rijk!
Bij veel gevechten was er zelfs een scheidsrechter die keek of het gevecht wel eerlijk verliep.
Wat gebeurt er op dit plaatje?

Slide 17 - Diapositive

Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Vidéo


Slaven


  • De Romeinen bezaten heel veel slaven
  • De slaven verrichten veel werk, zoals werken op latifundia (grote landerijen), in de mijnen of aan het hof van rijke Romeinen
  • De slaven waren van groot belang voor het functioneren van de Romeinse maatschappij
Romeinen noemden hun slaven 'pratend gereedschap'. 
Wat kun je daaruit afleiden?

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

Sociale verschillen
1. aanzienlijke families
2. Rijke handelaren
3. gewone Romeinen
4. arme Romeinen
5. slaven

Slide 25 - Diapositive

De laatste koning wordt verjaagd
Rome wordt een Republiek
Caesar wordt dictator voor het leven
Caesar wordt vermoord door senatoren
Burgeroorlogen
Keizer Augustus wordt de eerste Romeinse keizer

Slide 26 - Question de remorquage

Proletariaat
Gladiatoren
Limes
Pax Romana
Pompeï
1 2 3 4 5 
Brood en spelen
Bezitlozen 
Landgrens 
Romeins vrede 
Vulkaan uitbarsting
I II III IV V

Slide 27 - Question de remorquage

Wat betekent proletariër?

A
Zij die enkel kinderen bezitten
B
Zij die geen huis bezitten
C
Zij die geen werk hebben
D
Zij die enkel hun eigen kleren bezitten

Slide 28 - Quiz

"Ave caesar, morituri te salutant"
Wie zeiden dit?
A
De boeren, voor ze naar het land gingen
B
Soldaten, voordat ze de oorlog in gingen
C
Slaven, voordat ze verkocht werden
D
Gladiatoren, voordat ze het gevecht aangingen

Slide 29 - Quiz

Waar staat Spartacus bekend om?
A
Hij was legerleider in Sparta.
B
Hij vermoorde een wilde leeuw in de arena.
C
Hij was leider van een gladiator opstand.
D
Hij was de enige gladiator die geld kreeg.

Slide 30 - Quiz

Hoe werd je een slaaf?
A
Als krijgsgevangene tewerkgesteld worden.
B
Vrijwillig aangeven om slaaf te worden.
C
Je werd uitgekozen.
D
Als je fysiek slap was.

Slide 31 - Quiz

Hoe noemen we mensen die niks bezitten alleen kinderen?
A
Slaaf
B
Proletariaat
C
Gladiator
D
Soldaat

Slide 32 - Quiz

Welk antwoord is goed over de Romeinse economie
A
Door de slechte wegen in het Romeinse rijk was er geen handel
B
Geld werd alleen in Rome gebruikt omdat daar de Keizer verbleef
C
De groeiende nijverheid en landbouw zorgde voor meer handel in het Romeinse rijk
D
De pax Romana was nadelig voor de Romeinse economie

Slide 33 - Quiz

Wat waren de 'brood en spelen'
A
Gratis voedsel voor alle armen in de stad
B
Middel om de bevolking rustig te houden
C
Gladiatoren die vochten voor een vrouw
D
Training voor Romeinse soldaten voordat ze oorlog gingen voeren

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Vidéo