Samenvatting B2D

Samenvatting B2D
Van de bergen naar de zee
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Samenvatting B2D
Van de bergen naar de zee

Slide 1 - Diapositive

Endogeen en exogeen
Endogeen: van binnenuit
Exogeen: van buitenaf

Slide 2 - Diapositive

Endogeen
Exogeen

Slide 3 - Diapositive

Sedimentatie

Sedimentatie = Het neerleggen van deeltjes.

Slide 4 - Diapositive

Verschil verwering en erosie
Verwering vindt vóór erosie plaats.
Een steen valt uit elkaar in kleine stukjes -> verwering: de kleine stukjes worden meegenomen door wind, water, ijs en schuurt het landschap uit: -> erosie.

Is de vorming van en U-dal dus een voorbeeld van erosie
of verwering?

Slide 5 - Diapositive

Vier soorten van erosie
Schurende werking van met puin (verweringsmateriaal) beladen wind, water en ijs:
1) Zee: Mariene erosie
2) Rivierwater: Fluviale erosie
3) Wind: Eolische erosie
4) IJs: Glaciale erosie
Erosie/verwering
Verwering gebeurt op de plek zelf, erosie is een beweging!

Slide 6 - Diapositive

Erosie
Veel sedimentatie 
Beetje sedimentatie 

Slide 7 - Diapositive

Erosie en sedimentatie
Bovenloop - Middenloop - Benedenloop

Wat hoort waar?
erosie > sedimentatie
erosie < sedimentatie
erosie = sedimentatie

Slide 8 - Diapositive

'Oude' of 'jonge' bergen?

Slide 9 - Diapositive

'Oude' of 'jonge' bergen?

Slide 10 - Diapositive

'Oude' of 'jonge' bergen?

Slide 11 - Diapositive

Jonge bergen: steile hellingen, hoge spitse toppen
Oude bergen: lage, ronde toppen

Slide 12 - Diapositive

Gletsjer 

1. Firnbekken
2. Gletsjer
3. Gletsjerpoort
4. Zijmorenen
= rivier van ijs die langzaam van de berghelling naar beneden glijdt

Slide 13 - Diapositive

Gletsjerrivier
Het smelt water wat uit de gletsjerpoort naar buiten komt, stroomt hier de berghelling af. Dit is het begin van een gletsjerrivier.
Gletsjertunnel/poort
Door het smelten van de gletsjer, onstaat inder in de gletsjer t een gletsjertunnel. Door deze tunnel baant het smeltwater zich een weg naar buiten. De plek waar het water uiteindelijk naar buiten komt, heet de gletsjerpoort. 
Eindmorene
Verpulverd materiaal dat een gletsjer voor zich uit heeft geschoven en dat na het afsmelten van de gletsjer is blijven liggen.
Zijmorene
Gletsjerpuin aan de zijkant van een gletsjer
Kenmerken van een gletsjer
Middenmorene
Gletsjerpuin dat op het het ijs ligt en dit geeft de gletsjer een grijs/grauwe kleur.
Grondmorene
Gletsjerpuin dat onder het ijs ligt en dat achterblijft als de gletsjer smelt.
Firnbekken
Firn

Slide 14 - Diapositive

gletsjerpoort
gletsjerrivier
Gletsjers - IJs"rivieren"

Slide 15 - Diapositive

V-dal
U-dal

Slide 16 - Diapositive

V-dal
Erosie door ijs = U-dal
Erosie door rivieren = V-dal

Slide 17 - Diapositive

Breukgebergte 

Slide 18 - Diapositive

Breukgebergte
Plooiingsgebergte 

Slide 19 - Diapositive

Ontstaan van een hoefijzermeer

Slide 20 - Diapositive

Het hoefijzermeer

Slide 21 - Diapositive

Hoefijzermeer

Slide 22 - Diapositive

Verval & verhang

Verval: hoogteverschil tussen twee plaatsen in de rivier

Verhang: verval per kilometer
(verval / aantal km)

Slide 23 - Diapositive

Verval en Verhang
Het hoogteverschil tussen twee plaatsen langs een rivier noem je het verval.

Bij een groot verval stroomt het water sneller dan bij een klein verval.

Je kunt het verval ook per kilometer uitrekenen. Dat noem je het verhang.
Verhang uitrekenen
verval : afstand tussen 2 plekken = verhang m/km

Slide 24 - Diapositive

Bovenloop

Veel reliëf
Groot verhang
Hoge stroomsnelheid
Erosie
V-dalen
Benedenloop

Weinig reliëf
Klein verhang
Lage stroomsnelheid
Sedimentatie
Meanderen

Slide 25 - Diapositive

Golven
  • Hoe harder het waait, hoe hoger de golven.
  • Bij minder harde wind legt de zee zand op het strand (sedimentatie)

Slide 26 - Diapositive

Branding
Als golven in ondiep water komen, breken ze. = de branding
 Voorbij de branding stroomt het water het strand op. de kracht van de terugstroom bepaalt of de kust: 
  • Wordt opgebouwd (zwakke terugstroom)
  •  wordt afgebroken (sterke terugstroom)

Slide 27 - Diapositive

De golven 'breken' in de branding.

Slide 28 - Diapositive

Afbraakkust

Slide 29 - Diapositive

klifkust = afbraakkust
Wat zijn de verschillen tussen aanslibbings- en afbraakkusten?

Slide 30 - Diapositive

Aanslibbingskust
Aanslibbingskust: Er wordt veel materiaal afgezet door de zee

Hier kan de kust dus groeien!

Slide 31 - Diapositive