Tijden over de hele wereld

Tijden over de hele wereld
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Tijden over de hele wereld

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kunt u: verschillende tijdszones identificeren, tijden omrekenen tussen tijdszones, en belangrijke feestdagen in andere landen identificeren.

Slide 2 - Diapositive

Introduceer de leerdoelen en zorg dat de studenten weten wat ze aan het einde van de les zouden moeten kunnen begrijpen.
Wat weet je al over klokken en tijden in het buitenland?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdszones
Tijdszones zijn gebieden op aarde waar dezelfde standaardtijd wordt gebruikt.

Slide 4 - Diapositive

Introduceer het concept van tijdszones en bespreek hoe de aarde is verdeeld in 24 verschillende tijdzones.
UTC
UTC staat voor Coordinated Universal Time en is de internationale standaardtijd.

Slide 5 - Diapositive

Leg uit wat UTC is en waarom het belangrijk is om dit te kennen bij het omrekenen van tijdzones.
Tijdsverschillen
Tijdsverschillen worden berekend door het verschil in tijd tussen twee tijdszones te nemen.

Slide 6 - Diapositive

Beschrijf hoe tijdsverschillen worden berekend en hoe dit kan worden gebruikt om de tijd om te rekenen tussen verschillende tijdszones.
Belangrijke feestdagen
Verschillende landen hebben verschillende belangrijke feestdagen, zoals Independence Day in de VS en Diwali in India.

Slide 7 - Diapositive

Beschrijf enkele belangrijke feestdagen over de hele wereld en bespreek hoe deze van invloed kunnen zijn op tijdsverschillen.
Vragen stellen
Stel vragen over verschillende tijdszones en feestdagen om te oefenen met het omrekenen van tijdzones.

Slide 8 - Diapositive

Stel vragen aan de studenten om te testen wat ze hebben geleerd en oefen met het omrekenen van tijden tussen verschillende tijdszones.
Europa
In Europa gebruiken veel landen dezelfde tijdzone, genaamd Central European Time (CET).

Slide 9 - Diapositive

Beschrijf hoe de meeste landen in Europa dezelfde tijdzone gebruiken en bespreek enkele uitzonderingen, zoals Rusland.
Azië
Azië is verdeeld in verschillende tijdzones, van UTC+2 in het westen tot UTC+12 in het oosten.

Slide 10 - Diapositive

Beschrijf hoe Azië is verdeeld in verschillende tijdzones en bespreek enkele van de belangrijkste landen en steden in elke tijdzone.
Noord-Amerika
Noord-Amerika is verdeeld in vier tijdzones: Eastern Time, Central Time, Mountain Time en Pacific Time.

Slide 11 - Diapositive

Beschrijf hoe Noord-Amerika is verdeeld in vier tijdzones en bespreek enkele van de belangrijkste steden in elke tijdzone.
Zuid-Amerika
Zuid-Amerika is verdeeld in drie tijdzones: UTC-2, UTC-3 en UTC-5.

Slide 12 - Diapositive

Beschrijf hoe Zuid-Amerika is verdeeld in drie tijdzones en bespreek enkele van de belangrijkste landen en steden in elke tijdzone.
Afrika
Afrika is verdeeld in verschillende tijdzones, van UTC in het westen tot UTC+4 in het oosten.

Slide 13 - Diapositive

Beschrijf hoe Afrika is verdeeld in verschillende tijdzones en bespreek enkele van de belangrijkste landen en steden in elke tijdzone.
Oceanië
Oceanië is verdeeld in verschillende tijdzones, van UTC+8 in het westen tot UTC+14 in het oosten.

Slide 14 - Diapositive

Beschrijf hoe Oceanië is verdeeld in verschillende tijdzones en bespreek enkele van de belangrijkste landen en steden in elke tijdzone.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.