4.3 Kun je meer produceren?

4.3 Kun je meer produceren?
H1 Economie is meer dan geld
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.3 Kun je meer produceren?
H1 Economie is meer dan geld

Slide 1 - Diapositive

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 4.2
  • Je kunt vier voorbeelden van milieuschade geven.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen bedrijfskosten en maatschappelijke kosten
  • Je kunt met een voorbeeld uitleggen wat duurzaam produceren is.
  • Je kunt uitleggen wat het nut is van recycling en een kringloopeconomie. 

Slide 3 - Diapositive

Begrippen paragraaf 4.2 
  • Bedrijfskosten
  • Duurzaam produceren
  • Kringloopeconomie
  • Maatschappelijke kosten
  • Milieuschade
  • Recycling 

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen 4.3
  •  Je kunt drie redenen noemen waarom bedrijven investeren.
  • Je kunt de afschrijving berekenen.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen mechanisering en automatisering.
  • Je kunt uitleggen wat arbeidsproductiviteit is.

Slide 5 - Diapositive

Productiefactoren
  • Om te groeien heeft een bedrijf soms extra voertuigen of een groter gebouw nodig.
  • Om meer te kunnen produceren, heeft het betere gereedschappen, apparaten of machines nodig.
  • Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen heet investeren.
  • Een bedrijf investeer om meer, beter of goedkoper te kunnen produceren.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Afschrijving
  • Alles wat je gebruikt, verslijt op een gegeven moment en moet je dus vervangen na een bepaalde tijd.
  • Dit geldt ook voor kapitaalgoederen in bedrijven.
  • Deze worden elk jaar iets minder waard.
  • De jaarlijkse waardevermindering noem je de afschrijving.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Mechaniseren en automatisering
  • Wanneer machines het zware werk van mensen overnemen, heet dat mechaniseren.
  • Als computers en computerprogramma's de productie aansturen, heet dat automatisering.
  • Door mechanisatie en automatisering kunnen bedrijven sneller en beter produceren.
  • Hierdoor worden hun productiekosten lager.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Arbeidsproductiviteit
  • Door mechanisatie en automatisering kan één werknemer in dezelfde tijd meer producten maken.
  • De arbeidsproductiviteit is dan gestegen.
  • De arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd.
  • Hoe hoger de arbeidsproductiviteit, hoe lager de productiekosten.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Begrippen paragraaf 4.3
  • Afschrijving
  • Arbeidsproductiviteit
  • Automatisering
  • Investeren
  • Mechanisering 

Slide 15 - Diapositive

Je kunt nu
  •  Je kunt drie redenen noemen waarom bedrijven investeren.
  • Je kunt de afschrijving berekenen.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen mechanisering en automatisering.
  • Je kunt uitleggen wat arbeidsproductiviteit is.

Slide 16 - Diapositive

Aan het werk!

Maken opdrachten: 1(k), 3, 4, 5(k), 6, 8, 10(k), 11, 12, 13(k), 14, 16 en 17
Klaar?
Laten controleren bij de docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  
Laten aftekenen bij de docent, bij goedkeuring:
  • Bezig met een ander vak
  • Lezen


 

timer
25:00

Slide 17 - Diapositive