lidwoorden en zelfstandig naamwoord

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een zelfstandig naamwoord?


Een zelfstandig naamwoord geeft een mens, dier of ding aan.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De jongen is moe.

de : lidwoord
jongen: zelfstandig naamwoord

Het dieet is streng.

het : lidwoord
dieet : zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
namen van mensen
B
geen idee
C
mensen, dieren en dingen
D
dingen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een zelfstandig naamwoord
A
op
B
winkel
C
daar
D
in

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
in
B
muziek
C
vergeten
D
goede

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het een zelfstandig naamwoord?
'suikerklontje'
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

welk woorden zijn een zelfstandig naamwoord
A
hond, kast.
B
de, hond

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is een lidwoord
A
de
B
het
C
een
D
alledrie de antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het juiste lidwoord?
... boek
A
De
B
Het

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord is een lidwoord?
A
leuke
B
dansen
C
feest
D
een

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lidwoord

  • Lidwoorden: de - het - een
  • Bepaald lidwoord: de -  het
  • Onbepaald lidwoord: een

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op!
Alle meervouden krijgen
de
als lidwoord.
Bijvoorbeeld: de huizen

Alle verkleinwoorden krijgen het als lidwoord.
Bijvoorbeeld: het huisje


Slide 14 - Diapositive

 Zelfstandig naamwoorden krijgen in het meervoud dus altijd de  en nooit het of een.  Ook al staat er in het enkelvoud het  voor het zelfstandig naamwoord.

Bron foto: Jennifer C., Flickr

Bepaald en onbepaald lidwoord
Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord!
Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.

De en het -> bepaald lidwoord.
een -> onbepaald lidwoord.




Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitzonderingen
- Als je een uitspreekt als 1, is het geen lidwoord.

- Als het niet voor een zelfstandig naamwoord staat, is het geen lidwoord.
Het regent.
Het is gezellig
Het is al laat. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bepaalde lidwoorden
Onbepaald lidwoord
  • Er zijn twee bepaalde   lidwoorden. DE, HET
  • Ze geven iets aan wat   voor jou duidelijk is.
  • Er is één onbepaald   lidwoord.
  • Het geeft iets algemeens   aan.
  • Onbepaald lidwoord: EEN.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lidwoorden
Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.

De en het -> bepaald lidwoord.
een -> onbepaald lidwoord.




Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op:
Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord. 
Maar:
Een zelfstandig naamwoord heeft niet altijd een lidwoord.
Bijvoorbeeld bij namen: 
Bowie

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lidwoord (lw)
Soms zie je 'het' staan in een zin, maar is het geen lidwoord.
Dat komt, omdat het dan NIET bij een zelfstandig naamwoord hoort.

Het regent buiten hard.
Heb je het al verteld?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lidwoorden
Er zijn drie lidwoorden: 
de, het, een.

De en het -> bepaald lidwoord.
een -> onbepaald lidwoord.




Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig naamwoord
  • Een zelfstandig naamwoord komt altijd ACHTER het lidwoord.
- De computer 
De = lidwoord. Computer = zelfstandig naamwoord
- Het kopje
Het = lidwoord. Kopje = zelfstandig naamwoord.
- Een vogelhuisje
Een = lidwoord. Vogelhuisje = zelfstandig naamwoord.
                                       Lidwoord en zelfstandig naamwoord horen dus bij elkaar!! 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Pak je boek:
Taalverzorging 

  • Blz. 13 t/m 20 

Ben je klaar mag je tekenen
timer
30:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie weet het nog?
Wat zijn de lidwoorden?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het juiste lidwoord?
... gymzaal.
A
De
B
Het

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies het juiste lidwoord:
'zomeravond'
A
de
B
het

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het juiste lidwoord?
... boek
A
De
B
Het

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies het juiste lidwoord:
'plein'
A
de
B
het

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het lidwoord?
A
de
B
denken
C
rood
D
hamer

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een foto van een zelfstandig naamwoord

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je nu meer over Zelfstandige naamwoorden en lidwoorden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions