Schrijven H1 Korte teksten kb 21-09-2023

Schrijven
Het schrijven 

                     van korte teksten
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Schrijven
Het schrijven 

                     van korte teksten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

In de beroepspraktijk ga je allerlei teksten schrijven, zoals e-mails, memo's, instructies en artikelen. Het is daarom belangrijk om hier mee te oefenen. Zo word je vaardig in schrijven.

SCHRIJVEN is één van de 4 examens die je gaat voltooien voor het vak Nederlands.

Slide 3 - Diapositive

Deze les
  • Memo
  • Affiche
  • Advertentie
  • Flyer

Slide 4 - Diapositive

Memo, advertentie, affiche, flyer

Slide 5 - Diapositive

Reclame maken of aankondigen
  • advertentie – krant, tijdschrift of op internet

  • flyer – op straat, huis-aan-huis of bij winkels

  • affiche – sportkantine, op school of bij winkels



Slide 6 - Diapositive

Korte teksten schrijven
Wanneer zou je dat doen?


Slide 7 - Diapositive

Leerdoel
Ik weet waar ik op moet letten bij het schrijven van korte teksten. 

Stof: Schrijven 1
1.1 Memo
1.2Advertentie, Affiche en flyer
1.3 Instrucie
1.4 Formulier

Slide 8 - Diapositive

Schrijf jij nog wel eens met een pen?
A
ja
B
nee
C
heeeeel soms
D
een pen?

Slide 9 - Quiz

Wat is een memo?

Slide 10 - Question ouverte

Memo
  • Kort briefje met feitelijke informatie
  • Logische volgorde
  • Gebruik je vaak na een telefoontje

Slide 11 - Diapositive

Memo

Schrijven


                                                                          Memo
                                           Kort briefje met feitelijke informatie

                                            logische volgorde
                  
                                             telefoongesprek

Slide 12 - Diapositive



Schrijven

Slide 13 - Diapositive

Memo 
  • Wie
  • Wat
  • Waar 
  • Wanneer
  • Waarom
  • Hoe

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Dat is nog eens service!

Slide 16 - Diapositive

Tekst
* Informatie moet duidelijk en volledig zijn. 
    (5w+h-vragen wie, wat, waar, waarom, wanneer, hoe) 
* Kort en krachtig  
* Gebruik een opvallende titel of slogan.

Slide 17 - Diapositive

Duidelijke memo? 



Duidelijke memo? 

Slide 18 - Diapositive

Duidelijke memo? ja of nee. Leg uit

Slide 19 - Question ouverte

Duidelijke memo? 



Duidelijke memo? 
  • wie 
  • wat 
  • waar
  • wanneer
  • waarom
  • hoe? 

Slide 20 - Diapositive

Reclame maken of  aankondigen

 advertentie – die zet je in de krant, in een tijdschrift of op internet.


 flyer – die deel je uit op straat, bezorg je huis-aan-huis of leg je bijvoorbeeld neer bij winkels.


 affiche – die hang je bijvoorbeeld op in een sportkantine, op school of bij winkels.




Slide 21 - Diapositive

advertenties, affiches en flyers
  • Wordt snel gelezen
  • Opvallende/ pakkende titel
  • Kort en krachtig
  • Met tekst en lay-out -> hoofdzaken duidelijk maken en volledig (5w+h)
  • Enthousiaste woorden






Slide 22 - Diapositive

Avertentie-Affiche-Flyer
Mensen bekijken advertenties, affiches en flyers vaak snel

Je moet dus met je tekst en je lay-out direct de hoofdzaken duidelijk maken.

 

Slide 23 - Diapositive

De tekst
  • Opvallende/ pakkende titel
  • Tekst kort en krachtig
  • Informatie  -> duidelijk en volledig zijn. 
  • 5w+h-vragen  (Wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe)
  • Enthousiaste woorden en/of een slogan (slagzin) 

Slide 24 - Diapositive

De lay-Out
  • Tekst verdelen

  • Verschillende & Groottes

  • kleuren en afbeeldingen

Slide 25 - Diapositive

advertenties, affiches en flyers
  • Duidelijk en volledig zijn. 
  • Controleer ->5w+h-vragen 
  • Opvallende titel.
  • Schrijf de tekst kort en krachtig op.
  • Gebruik enthousiaste woorden en/of een slogan (slagzin) om mensen over te halen.




Slide 26 - Diapositive

Advertentie






Die zet je in de krant, in een tijdschrift of op internet.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Affiche







Die hang je bijvoorbeeld op in een sportkantine, op school of bij winkels.

Slide 29 - Diapositive

Flyer
 






Die deel je uit op straat, bezorg je huis-aan-huis of leg je bijvoorbeeld neer bij winkels.

Slide 30 - Diapositive

advertentie, affiche en flyer

Slide 31 - Diapositive

Verschil 
  • Affiche: kunstwerk 

  • Advertentie: kort, krachtig, puur doel om je wat te laten kopen

  • Flyer: veel informatie  

Slide 32 - Diapositive

Lay-out
* Verdeel de tekst mooi over het hele vlak.


* Gebruik verschillende lettertypen en -groottes.


* Gebruik kleuren en een of meer afbeeldingen.

Slide 33 - Diapositive

Instructie?

Slide 34 - Carte mentale

Instructie
  •  Duidelijke titel ( het onderwerp) 
  •  Uitleg in stappen; begin met werkwoord
  •  Beschrijf eventueel bij een stap het resultaat
  • Gebruik nummers of dots en daarnaast signaalwoorden *
  • Gebruik afbeeldingen

* eerst, dan, daarna, vervolgens, ten slotte. ten eerste/ laatste

Slide 35 - Diapositive

Formulier
* Invullen
* vaak niet alles verplicht
* soms toelichting

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Thuiswerk Schrijven

Schrijven 1: Korte teksten schrijven­ :
  - 1.1 Memo
  - 1.2 Advertentie, Affiche en Flyer
  - 1.3 Instructie
  - 1.4 Formulier

Thuiswerk Schrijven

Spelling 1: Werkwoordspelling
  - 1.1 Werkwoorden
  - 1.2 Onderwerp
  - 1.3 Persoonsvorm in de t.t.
  - 1.4 Persoonsvorm in de v. t.
  - 1.5 Voltooid deelwoord
  - 1.6 Engelse woorden

Slide 38 - Diapositive

Het schrijfexamen
  • 19 oktober 2023
  • start 8:30 uur (aanwezig 8:00 uur)
  • schoolyear geïnstalleerd op je computer

Slide 39 - Diapositive

Maak opdrachten uit het boek! 
Schrijven 3F 
1.1 Memo: pagina 78 en 79, opdracht 1 en 2 
1.2 Advertentie: 80 en 81, opdracht 1
1.3 instructie: 84 en 85, opdracht 1  

Schrijven 2F
1.1 Memo: pagina 78 en 79, opdracht 1 en 2 
1.2 Advertentie: pagina 80 en 81: opdracht 1

Slide 40 - Diapositive