Opvoeding 1.6

• Opvoeding
• MBO
• Studiejaar 1

Opvoeding

Periode 1

Week 6

H7.4 Spelontwikkeling 

Wat weet je nog van de vorige les?

lesdoelen 

Je kent:

• het nut van spel en spelen
• het verloop van spelontwikkeling bij kinderen
• de rol die je kan hebben bij het stimuleren van spel

Spelontwikkeling 

Naarmate kinderen ouder worden, verandert hun spel. 

De stappen die zij daarin maken noemen we spelontwikkeling. 

Wat leert
een kind van spel?

Soorten spel

1. Bewegingsspel: motoriek en kracht ontwikkelen, bijv. rennen
2. Manipulerend spel: onderzoeken en ontdekken, bijv. kleien
3. rollenspel: kind kruipt in de huid van een ander, bijv. schooltje spelen 
4. constructiespel: dingen maken en bouwen, bijv. lego  

Fasen bij 2-4 jaar 

1. ongericht spel (kijkt rond)

2. toeschouwersgedrag (kijkt intensief)

3. solitair spel (alleen en spelmateriaal)

4. parallel spel (naast elkaar spelen)

5. associatief spel (imiteren en vullen aan)

spelontwikkeling 

bewegingsspel	peuter (2 jaar)
manipulerend spel	peuter / kleuter
rollenspel	kleuter (4-6 jaar)
constructiespellen	jong basisschool (6-9 jaar)
gezelschapsspel / game	oud basisschool (9-12 jaar)

blz. 193

1. toeschouwersgedrag
2. solitair spel
3. parallel spel
4. associatief spel

moordenaartje 

Een leerling (rechercheur) gaat de klas uit. Iemand is de moordenaar. Hij vermoord iemand d.m.v. een knipoog.  Degene die een knipoog krijgt, valt dood op tafel.  De rechercheur moet uitvinden wie de moordenaar is voordat alle leerlingen ‘vermoord’ zijn. De rechercheur mag max. 3 keer raden! 

bij welke spelontwikkeling hoort dit spel?

1. bewegingsspel
2. manipulerend spel
3. rollen spel
4. constructiespellen

4-6 jaar

Symbolisch spel: doen alsof

hoeken

materialen 

6-9 jaar

Spel samen bedenken 

Constructiespellen

Realistisch materiaal 

9-12 jaar

Spelen is kinderachtig

Spelen op basis van interesses

gezelschapsspel 

Opdracht week 6

Maak groepsopdracht 2 a en b over de rol van een pedagogisch werker. Werk dezelfde stappen nog een keer uit voor kleuters en kinderen van groep 3-4. 

Deze week

Lezen paragraaf 7.4.

Maken theorievragen paragraaf 7.4.

Geen eindopdracht!