2G Ken je Klassieken Quiz

Het woord PANIEK is afgeleid van de naam van de klassieke god PAN.
A
waar
B
niet waar
1 / 30
suivant
Slide 1: Quiz
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het woord PANIEK is afgeleid van de naam van de klassieke god PAN.
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quiz

Egyptisch
Grieks
Romeins
Jupiter
Zeus
Poseidon
Mars
Demeter
Isis
Horus

Slide 2 - Question de remorquage

Stelling: de Grieken hadden geen echte wetenschappers.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Uit welke taal/talen is het Nederlandse woord 'pandemie' afgeleid?
A
Grieks
B
Latijn
C
Grieks + Latijn
D
noch Grieks noch Latijn

Slide 4 - Quiz

Welke Griekse held is hier afgebeeld?
A
Herakles
B
Jason
C
Perseus
D
Theseus

Slide 5 - Quiz

Wat moesten, volgens de Griekse mythologie, de Argonauten terugbrengen naar Griekenland?
A
de gouden lier
B
de riem van hippolyta
C
het gulden vlies
D
de appels van de Hesperiden

Slide 6 - Quiz

ἐτύχετε
Welke vorm is dit?
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
D
imperativus

Slide 7 - Quiz

ἤγγελλες
Welke vorm is dit?
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
D
imperativus

Slide 8 - Quiz

ἐλπίζομεν
Welke vorm is dit?
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
D
imperativus

Slide 9 - Quiz

Wat was in de oudheid een ῥαψῳδός?
A
ziener
B
zanger

Slide 10 - Quiz

Zet in de goede volgorde, van oud (1) naar jong (3).
1
2
3
Zeus en Hera
Ouranos en Gaia
Kronos en Rhea

Slide 11 - Question de remorquage

letterschrift
lettergreepschrift
beeldschrift

Slide 12 - Question de remorquage

Jason
Theseus
Perseus

Slide 13 - Question de remorquage

thèta
phi
gamma
θ
Γ
Φ

Slide 14 - Question de remorquage

nominativus
genitivus
dativus
accusativus
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bezit

Slide 15 - Question de remorquage

Welke functie deelt de genitivus met de dativus?
A
meewerkend voorwerp
B
bezit
C
bepaling waarmee
D
bepaling waardoor

Slide 16 - Quiz

Met welke naamval gaat geen enkel voorzetsel?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 17 - Quiz

Met welke naamval gaat het werkwoord βοηθέω?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 18 - Quiz

Zet het leven van de held Perseus in de juiste volgorde.
1
2
3
4

Slide 19 - Question de remorquage

Van welke windrichting was Boreas de godheid?
A
noorden
B
oosten
C
zuiden
D
westen

Slide 20 - Quiz

Waardoor wordt Phineus NIET geplaagd?
A
honger
B
blindheid
C
Harpijen
D
ziekte

Slide 21 - Quiz

Op welke afbeelding zie je een Harpij?
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz

Hera
Poseidon
Artemis
Ares
Aphrodite
Athena
pauw
paard
hinde
gier
duif
uil

Slide 23 - Question de remorquage

Jupiter
Juno
Apollo
Minerva

Slide 24 - Question de remorquage

Wie moest het oordeel veel over de drie godinnen, wie de mooiste was?

Slide 25 - Question ouverte

Zet deze afbeeldingen van de Ilias in de goede volgorde.
1
2
3
4

Slide 26 - Question de remorquage

Wie is GEEN ziener?
A
Kalchas
B
Teiresias
C
Phineus
D
Chryses

Slide 27 - Quiz

Wie hoort er niet bij?
A
Priamos
B
Hektor
C
Achilles
D
Paris

Slide 28 - Quiz

Wie hoort er niet bij?
A
Patroklos
B
Agamemnon
C
Menelaos
D
Odysseus

Slide 29 - Quiz

In welk werk van Homeros wordt het verhaal over het houten paard verteld?
A
Ilias
B
Odyssee

Slide 30 - Quiz