7.1 + 7.2
1 / 43
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Wat weten we van pH?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Wanneer is een oplossing zuur, neutraal of basisch?
Zuur
Neutraal
Basisch
pH > 7
pH < 7
pH = 7
Slide 8 - Question de remorquage
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Welke kleur heeft een oplossing van pH = 4,0 met de indicator methylrood?
A
Rood
B
Geel
C
Oranje
Slide 18 - Quiz
Welke kleur heeft een oplossing van pH = 6,8 met de indicator broomthymolblauw?
A
Blauw
B
Geel
C
Groen
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Wat weten we van zuren?
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Diapositive
Wanneer kan er stroom geleiden?
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Wat is een ion?
A
Positief geladen deeltje
B
Negatief geladen deeltje
C
Geladen deeltje (positief of negatief)
D
Niet geladen deeltje
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Hoeveel waterstofionen (H+) kan zwavelzuur (H2SO4) afstaan?
A
1
B
2
C
4
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Wat is HBr?
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
Slide 39 - Quiz
Hoe noteer je een HBr oplossing?
Slide 40 - Question ouverte
Wat is HNO2?
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
Slide 41 - Quiz
Hoe noteer je een HNO2 oplossing?
