basisstof 1

 1. Het inwendig milieu
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

 1. Het inwendig milieu

Slide 1 - Diapositive

B1: Een constant inwendig milieu


Th8: Opslag, uitscheiding en bescherming

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen:
Ik kan uitleggen hoe het inwendig milieu constant blijft:
Ik kan uitleggen wat weefselvloeistof is,
Ik kan benoemen wat het inwendig- en het uitwendig milieu is en de verschillen tussen beide benoemen,
Ik kan uitleggen waarom het lichaam aan opname, uitscheiding en opslag doet.
 Ik ken de organen die een rol spelen bij het instant houden van het inwendige milieu.

Slide 3 - Diapositive

Weefselvloeistof:
•    Kleurloze vloeistof tussen de celen van weefsels.
•    Bevat o.a. zuurstof, voedingsstoffen
•    Cellen ‘geven’ er CO2 en andere afvalstoffen aan af.

Slide 4 - Diapositive

Inwendig milieu
•    Bestaat uit weefselvloeistof en bloedplasma
•    Wordt constant gehouden door opname, opslag en uitscheiding van stoffen.

Slide 5 - Diapositive

•    De omgeving om je heen.
•    De voedselbrij in je darmen = uitwendig milieu
•    De lucht in je longen = uitwendig milieu

Uitwendig milieu

Slide 6 - Diapositive

Het inwendig milieu moet zo constant mogelijk zijn
door opname, opslag, uitscheiding

Slide 7 - Diapositive

Opname van stoffen:
 Opname van stoffen uit het uitwendige milieu naar/in het inwendige milieu

1•    Zuurstof uit de lucht,
2•    Voedingsstoffen uit de voedselbrij in de darmen.

Slide 8 - Diapositive

Opslaan van stoffen
•    De stoffen worden uit het inwendige milieu gehaald en ergens opgeslagen.

Slide 9 - Diapositive

Opslaan van stoffen
o    Glucose: wordt door insuline omgezet naar glycogeen  opgeslagen in de spieren en lever. = uit het inwendige milieu maar niet in het lichaam.
o    Vet: wordt opgeslagen in het gele beenmerg van pijpbeenderen en in onderhuids bindweefsel,
o    Sommige vitamine en mineralen worden opgeslagen.
o    Bij een tekort van een stof worden de stoffen weer in het inwendige milieu gestopt.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Instandhouding van inwendig milieu
Om het inwendig milieu constant te houden spelen hormonen een belangrijke rol. Zoals insuline en glucagon.

Slide 13 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans

Slide 14 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans

Slide 15 - Diapositive

Uitscheiden van stoffen:
•    Stof wordt uit het inwendig milieu (weefselvloeistof & bloedplasma) gehaald  en verlaat het lichaam.
•    Longen: scheiden water(-damp) en CO2 uit.
•    Nieren: afvalstoffen en water
•    Lever: uitscheiding  van afvalstoffen. O.a. gifstoffen zoals medicijnen, alcohol, drugs. Maar ook dode rode bloedcellen.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Welke 2 stoffen worden uitgescheiden door de longen?
A
Water
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Waterdamp

Slide 22 - Quiz

Wat staat er voor de pijl in de verbrandingsreactie?

Slide 23 - Question ouverte

Welke stoffen zitten in je inwendig milieu?
A
glucose in je bloedplasma
B
zuurstof in je longen
C
vitamine in je dikke darm
D
zouten in je urine

Slide 24 - Quiz

Welk woord hoort bij de volgende beschrijving ? Van het uitwendig milieu Naar het inwendig milieu
A
uitscheiding
B
reserves aanvullen
C
voedingsstoffen opnemen
D
reserves opnemen

Slide 25 - Quiz

Welk woord hoort bij de volgende beschrijving? VAN Inwendig milieu NAAR uitwendig milieu
A
Uitscheiding
B
Voedsel opnemen
C
Reserves aanvullen
D
Groene kool met saus

Slide 26 - Quiz

Het onderhuids bindweefsel speelt een rol bij de ...
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 27 - Quiz

Darmkanaal houdt het inwendige milieu constant
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 28 - Quiz

De longen houden het inwendig milieu constant door
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 29 - Quiz

Het gele beenmerg houdt het inwendige milieu constant door
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 30 - Quiz

Welke rol hebben de spieren bij het constant houden van het inwendig milieu?
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming

Slide 31 - Quiz

Welke rol heeft de lever bij het in stand houden van een constant inwendig milieu?
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 32 - Quiz

Welke rol spelen de nieren bij het constant houden van het inwendig milieu?
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 33 - Quiz

Bij het inwendig milieu horen:
A
Lucht in de longen
B
Weefselvloeistof
C
Voedselbrij in de darmen
D
Bloedplasma

Slide 34 - Quiz

Bij het uitwendig milieu horen
A
Lucht in de longen
B
Weefselvloeistof
C
Voedselbrij in de darmen
D
Bloedplasma

Slide 35 - Quiz