Formuleren: variatie in zinslengte, havo 2

Formuleren 
Variëren in zinslengte

Aan het einde van deze les:
  • kun je variëren in zinslengte
  • kun je benoemen waarom dit belangrijk is

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Formuleren 
Variëren in zinslengte

Aan het einde van deze les:
  • kun je variëren in zinslengte
  • kun je benoemen waarom dit belangrijk is

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Hoe maak je ook alweer lange zinnen?
A
Je gebruikt een puntkomma.
B
Je gebruikt een dubbele punt.
C
Je gebruikt verbindingswoorden.
D
Je gebruikt signaalwoorden.

Slide 3 - Quiz

Een samengestelde zin is een zin met meer dan één persoonsvorm.
A
niet waar
B
waar

Slide 4 - Quiz

Enkelvoudige of samengestelde zin?

Hij zegt dat ik lui ben.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 5 - Quiz

Enkelvoudige of samengestelde zin?

Jan loopt met zijn drie vrienden door de dierentuin.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 6 - Quiz

Enkelvoudige of samengestelde zin?

Mijn neefje zegt dat hij dat ook vindt.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 7 - Quiz

Enkelvoudige of samengestelde zin?

Twee weken geleden heb ik een ballonvaart gemaakt.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 8 - Quiz

Nieuwe lesstof

Slide 9 - Diapositive

Een echte prinses

Hanne is heel blij. Vandaag ontmoet ze een echte prinses! 
Hannes oma is reporter. Zij kent veel beroemde mensen.
Vandaag schrijft oma over het paleis.
‘Is het werkelijk een echte prinses?’ vraagt Hanne.
Oma glimlacht. Ze knikt.
In het kasteel moeten ze wachten. Ze wachten in een grote zaal.
De deur gaat open.
Er komt een teckel binnen.
‘Dag, prinses Adelheid’, zegt oma.
Ze aait de hond.
Hanne kijkt teleurgesteld. Is dít de prinses?

Sandra Grimm en Katharina Wieker, De leukste verhalen over prinsessen. Zuidnederlandse Uitgeverij NV, Aartselaar (België) 2013

Slide 10 - Diapositive

Voor wie is deze tekst geschreven en waaraan zie je dat?

Slide 11 - Question ouverte

Variëren in zinslengte
Wissel af tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen.

  • enkelvoudige zin: een zin met maar één persoonsvorm.
  • samengestelde zin: een zin met meer persoonsvormen.

Slide 12 - Diapositive

Variëren in zinslengte
Je maakt teksten prettiger leesbaar door verbindingswoorden/signaalwoorden.
Maak zinnen interessanter door ze samen te voegen. Bijvoorbeeld:

  • Ties schrijft een tekst over skateboarden. Valentijn schrijft een tekst over pizza.
  • Ties schrijft een tekst over skateboarden en Valentijn een tekst over pizza.

Kies het signaalwoord zorgvuldig!




Slide 13 - Diapositive

Waarom zouden alleen korte zinnen in een tekst niet goed zijn?

Slide 14 - Question ouverte

Waarom zouden alleen maar lange zinnen in een tekst niet goed zijn? Bedenk twee antwoorden.

Slide 15 - Question ouverte

Welk signaalwoord kun je hier gebruiken?

Doe je bord in de vaatwasser... je klaar bent met eten.
A
als
B
terwijl
C
omdat
D
wanneer

Slide 16 - Quiz

Wanneer maak je als schrijver snel een zinsbouwfout?
A
Als je korte zinnen schrijft.
B
Als je een lange zin schrijft.
C
Als je je spelling niet op orde hebt.
D
Als je lang van stof bent.

Slide 17 - Quiz

Wat voor soort zinnen zijn moeilijker te begrijpen voor een lezer?
A
samengestelde zinnen
B
enkelvoudige zinnen

Slide 18 - Quiz

Maak van deze twee enkelvoudige zinnen een samengestelde zin door een signaalwoord te gebruiken.

Hanne is heel blij. Vandaag ontmoet ze een echte prinses!

Slide 19 - Question ouverte

Je weet nu:

  • hoe je kunt variëren in zinslengte en
  • waarom dit belangrijk is

Maak opdracht 1, 2 en 3 (blz.244-245).
Nieuw Nederlands flexboek, Formuleren.


Slide 20 - Diapositive