4.1 Van stadsstaat tot wereldrijk

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

4.1 Van stadstaat tot wereldrijk

Leerdoelen:

- Je kunt uitleggen hoe het Romeinse Rijk zo groot kon worden.

- Je kunt voorbeelden geven van de invloed van de Griekse cultuur op de Romeinen.

4.1 Van stadstaat tot wereldrijk

Bestudeer de tekst van paragraaf 4.1

Arceer de belangrijkste zinnen en stel een vraag als je een woord niet kent.

Het oudste Rome werd beinvloed door:

1. Grieken en Romeinen
2. Grieken en Etrusken
3. Romeinen en Etrusken
4. Carthago en Etrusken

Wanneer veroverden de Romeinen Carthago?

1. 146 v. Chr.
2. 147 v. Chr.
3. 148 v. Chr.
4. 149 v. Chr.

Hoe heet de generaal/legerleider van Carthago

1. Julius ceasar
2. Nero
3. Constantijn
4. Hannibal

Carthago ligt in

1. Italie
2. Spanje
3. Zuid-Afrika
4. Noord-Afrika

Rome had ruzie met Carthago voor:

1. Macht rond de Middellandse zee
2. Macht rond de Griekse zee
3. Controle over handelswegen
4. Controle over schepen

Wat is de 'Pax Romana"?

1. Een verdrag tussen Rome en Griekenland
2. Een gerecht
3. Periode van oorlog in het Romeinse Rijk.
4. Periode van vrede in het Romeinse Rijk

Hoe bleven de Romeinen de baas in een veroverd gebied?

1. tactiek van verdeel en heers
2. overwonnen volk mocht eigen cultuur behouden
3. kans op Romeins burgerschap
4. alles is goed

Slaven waren enorm belangrijk in het Romeinse Rijk. Hoe kwamen ze aan al die slaven?

1. Vanuit een onderworpen gebied
2. Door ze te kopen en verkopen
3. Als je als kind werd geboren in een slavengezin
4. Of als je als baby door je ouders werd afgestaan

Wat deden de slaven in het Romeinse rijk NIET?

1. Ze vochten als gladiator
2. Ze werkten voor de rijken inwoners
3. Ze zaten in het bestuur van het Romeinse Rijk
4. Ze werkten in de landbouw, mijnen en werkplaatsen

Waarom namen de Romeinen graag Griekse slaven?

1. De Griekse slaven konden mooie Griekse tempels bouwen
2. De Griekse slaven konden lekkere gyros maken, daar hielden de Romeinen wel van
3. De Griekse slaven konden de Romeinse kinderen onderwijzen
4. De Griekse slaven waren vaak vriendelijker dan slaven uit andere landen

4.1 Van stadstaat tot wereldrijk

Aan de slag:

Mk opdracht 2 t/m 9 van par 4.1